Home Artikels Over liefhebber Bahamontes Abonneer Kalender Fietstochten Contact

De succesformule van Pinarello: (16 x Geel) + (2 x Grevil)

Gadgets & materiaal

Zestien Tourzeges staan al op het palmares van Pinarello. En nu is het Italiaanse fietsenmerk ook klaar om de gravelwereld te veroveren met de Grevil, de meest aerodynamische onder de gravelfietsen.

De Grevil

Pinarello. Een naam die klinkt als een klok bij elke wielerfan. Want: de fiets waarmee talloze wielergoden hemels bestormd hebben, het merk ook met de meeste Tourzeges achter zijn naam. De allereerste gele trui in Parijs haalde Pinarello met Pedro Delgado in 1988, en in 1991 begon het Pinarello-tijdperk pas echt. Eerst de vijf Tourzeges van Miguel Indurain, daarna de twee overwinningen van de roze Telekom-boys Bjarne Riis en Jan Ullrich. Dan was het even wachten op het Team Sky/Ineos-tijdperk. Hou u vast: zeven zeges in de laatste negen jaar! Alleen Vincenzo Nibali kwam er in 2014 tussen gefietst, en vorig jaar Tadej Pogacar. Waren aan het feest voor Pinarello: één keer Sir Wiggo (in 2012), vier keer Chris Froome, éénmaal Gerraint Thomas en tot slot Egan Bernal (2019). Waren we bijna vergeten: tussendoor was er ook nog Oscar Pereiro Sio, de (bijna) vergeten Tourwinnaar van 2006. Zestien (16!) Tourzeges, geen ander merk doet beter.

Die enorme geschiedenis, naam en erfenis wil de reus van de weg nu ook naar de gravelscène brengen. Hoe? Met zijn Pinarello Grevil én zijn Pinarello Grevil+. Om maar meteen met de deur in huis te vallen, de Grevil+ is het neusje van de zalm wat betreft gravelfietsen. Bewijs nummer 1: de Grevil+ maakt gebruik van hetzelfde hoogwaardige carbon als de Dogma F12, het topmodel van de Pinarello-wegfietsen en ook de vliegmachine waarmee Egan Bernal, Gerraint Thomas en andere Grenadiers dit jaar het mooie weer maken en een zeventiende Tourzege najagen. De Pinarello Grevil heeft net dezelfde vormgeving als de Grevil+, maar is gemaakt uit ander carbon, meer bepaald dezelfde carbonvezel waarmee ook de iets goedkopere Pinarello Prince-serie wordt geproduceerd. Ook hoogwaardig carbon, maar dus net iets zwaarder en een tikkeltje minder stijf dan dat van de Grevil+.

Dat hoogwaardige carbon is natuurlijk niet het enige element van zijn wegfietsen dat Pinarello heeft geïmplementeerd op zijn Grevil-modellen. Kijk naar het frame en je ziet meteen dat de Grevil een kind van de Pinarello-familie is. Weinig rechte lijnen, maar veel knikjes en krommingen. De Grevil is wellicht de meest aero onder de gravelfietsen, en dus ook nog relatief snel als wegfiets, omdat de makers dus diverse aero-frame-karakteristieken hebben overgenomen van de Dogma. Zoals de aero-buizen, en de Forkflappers, de aerodynamisch kapjes over de calipers van de schijfremmen. Ook de asymmetrie die de Pinarello-racefietsen zo kenmerkt, komt terug bij de gravelbikes. Door zowel de achterbrug als de voorvork asymmetrisch te maken, wordt de kracht die jij op je pedalen zet nog beter en efficiënter omgezet in snelheid. Het grootste verschil tussen de Dogma en de Grevil zit hem uiteraard in de geometrie van het frame. De kortere reach en de hogere stack bij de Grevil zorgen voor een ongelooflijk surplus aan comfort, en voor een iets meer gebogen houding van de armen, waardoor de schokken beter kunnen worden opgevangen. Nog een leuk extraatje: de mogelijkheid om een derde bidonhouder te installeren onder de bovenbuis, voor de lange(re) ritten in het zadel.

Pinarello5

De geschiedenis van Pinarello

Pinarello2

Giovanni Pinarello was oorspronkelijk wielrenner. Een wielrenner met het nodige talent, want hij was succesvol in het amateurcircuit en werd beloond met een profcontract in 1947 – hij was toen 25. Pinarello won de Giro delle Dolomiti en Rome-Napels-Rome, maar toch werd al snel vrij duidelijk dat hij nooit in het rijtje illustere helden Coppi-Bartali-Binda zou thuishoren. En daar doe je het toch voor? Toch reed Giovanni zich de wielerlegende in. Niet met een historische overwinning of een baanbrekende prestatie, maar door… allerlaatste te eindigen in de Giro van 1951, en daarvoor beloond te worden met la maglia nera, ofte de zwarte trui.

Die zwarte trui werd ingevoerd in 1946, om de renner te belonen die door moed en volharding als allerlaatste toch die loodzware Giro wist te beëindigen. Een mooi gebaar, maar het eindigde de daaropvolgende jaren meestal in een verbeten, en vaak onsportieve, strijd om zo dicht mogelijk tegen het verstrijken van de tijdslimiet aan te komen. Vooral de tweestrijd in 1949 tussen Sante Carollo en Luigi Malabrocca was hemeltergend. Carollo was de minst goede coureur van de twee, maar Malabrocca – voordien al twee keer ‘winnaar’ van de zwarte trui, wilde die graag nog een derde keer mee naar huis nemen. En dus ontaardde de strijd in een onsportief spektakel. Sante en Luigi staken hun eigen banden plat, verstopten zich waar dat maar kon, of stapten doodgemoedereerd een bar of restaurant binnen waar ze tijd verspeelden door aan de toog een biertje te consumeren. Omdat de onsportiviteit dermate de spuigaten uitliep, schafte de Giro-organisatie de zwarte trui weer af in 1952. En dus werd Giovanni Pinarello op 10 juni 1951 de laatste winnaar van la maglia nera, waardoor hij op de legendarische Vigorelli-velodroom in Milaan een ereronde in zijn zwarte trui mocht fietsen aan de zijde van Louison Bobet, winnaar van het bergklassement, en Fiorenzo Magni, dat jaar Giro-winnaar.

Pinarello, toen 28, hield er heel wat media-aandacht en criteriumaanvragen aan over, maar werd door zijn ploeg, Bottecchia, op straat gezet. Weliswaar met een gouden handdruk voor bewezen diensten. 100.000 lire was niet erg veel, maar het bleek voldoende voor de man uit Treviso om in zijn geboortestad een fietsenwinkel slash -fabriek uit de grond te stampen.

Cicli Pinarello zag het levenslicht in 1953. Giovanni bouwde zijn fietsen helemaal zelf – maatwerk van a tot z – en de naam en faam van het Italiaanse merkje groeiden gestaag. En plots, in 1975, gebeurde het. Een jonge kerel uit Brescia, Fausto Bertoglio, won de Ronde van Italië op een Pinarello. Intussen zijn we honderden zeges verder – een aantal dat jaarlijks nog aanzienlijk blijft stijgen, maar Giovanni zelf kan er niet meer van genieten, hij overleed op 4 september 2014. Gelukkig zet zoon Fausto de traditie verder aan het hoofd van de Pinarello-fabriek.

Volg ons