Dag 1
Het kost je niet eens twee uur vliegen, maar als je bent opgestaan in de Vlaamse winter voelt landen in Mallorca als aankomen op een andere planeet. Onze koude voeten ontdooiden meteen bij het aanschouwen van al die baaien, bergen en boomgaarden. De geur van vroege lentebloesems en sportieve spanning die in de lucht hingen, deden onze harten instant sneller slaan. De azuurblauwe zee en mediterrane zon maakten het plaatje compleet.
Het decor van onze Grand Départ zou Mancor de la Vall worden, een piepklein dorpje dat tegen de bergflanken van de Puig Major, één van Mallorca's befaamde kolossen, aanschurkt. Achter het muurtje van de lokale speeltuin maakten jeansbroeken en onderhemdjes plaats voor zeemvellen en zonnecrème. Zadelhoogtes werden zorgvuldig afgestemd en astmapuffers gretig uitgeput. Voorzien van een verse lading gels en gedroogde vijgen, trok onze atypische wielerkaravaan zich op gang.
De col van de dag, de Coll de Sa Batalla, was meteen een kuitenbijter. Via kronkelende haarspelbochten en langs steile bergwanden klommen we ons een weg naar de top. Tussen het zweet en gepuf door genoten we van de adembenemende uitzichten die spectaculairder werden naarmate de hoogtemeters toenamen. Bij een natuurlijk waterbron tankten we onze bidons bij. Na een zoete pitstop in de Santuari de Lluc abdij, kregen we op de afdaling van de Coll de Femenia de kans onze grote plateau te verkennen. In de baai van Pollença snelden we het trosje Nederlandse wielertoeristen dat we daar op onze weg vonden natuurlijk vlot voorbij.
Shout out to Sebastian, onze fantastische gastheer die ons de hele dag behendig de weg had gewezen en zijn diensten bewees als mecanicien, bevoorrader én hevige supporter. Alsof dat niet genoeg was, werden we 's avonds hartelijk ontvangen in zijn ouderlijk huis in het gezellige Sa Pobla. Zijn uiterst getalenteerde moeder verwende ons daar met allerhande Mallorcaanse lekkernijen, terwijl zijn vader en broer onze glazen volschonken me lokale bieren en wijnen.
De voedselcoma nabij na een heerlijke maaltijd werden we weer netjes voor de deur van ons piekfijne gastverblijf in Port d'Alcúdia afgezet. Een beter begin van ons avontuur konden we ons moeilijk voorstellen.
Dag 2
De tweede dag start met een minimaal ontbijtje, aangezien we het overvloed aan eten van gisterenavond nog moeten verteren. We stouwen onze zakken vol met bananen, koeken en gellekes voor onderweg. Wanneer we vertrekken zit de zon alweer ferm uit. Zelfs voor Mallorca is dit wat te warm voor de tijd van het jaar, maar ons hoor je niet klagen.
De eerste helft van onze trip rijden we richting Palma. Onze route loopt in het vlakke gedeelte ten zuiden van de bergen. De ideale gelegenheid dus om het efficiënte peletonrijden wat te oefenen. Twee uur en veel ontsnappingen later komen we aan in het gezellige Bunyola. Op een terras bestellen we de nodige extra calorieën om zo meteen de berg op te kunnen. Philip dopeert zelfs met een glas fris gerstenat.
De eerste beklimming is Coll d'Honor. Deze bergpas brengt ons naar een prachtig plateau, verscholen tussen de bergen. Volgens Sebastian is dit één van de mooiste plekken van Mallorca. Door de combinatie van fysieke inspanning en een fantastische omgeving voelen we ons helemaal in ons element.
We dalen terug af uit de bergen. Het vervolg van de route speelt wat met de uitlopers van de bergen. Af en toe kunnen we wat stoom aflaten op de kleine klimmetjes op weg naar huis. Aangekomen aan het appartement waagt Wouter-Jan zich nog even in het koude water van de zee.
's Avonds zijn we opnieuw uitgenodigd bij Sebastian en zijn familie. Ditmaal delen we een Mallorcaanse paella uit een grote pan. We delen onze ervaringen van de dag met Seb. Onze tweede dag op Mallorca was opnieuw top. We voelen ons volledig in vorm voor de uitdaging van morgen: Sa Calobra.
Dag 3
We vonden onze benen terug door het zoeken naar een supermarkt waar we de nodige koolhydraten konden kopen om onze 2000+ hoogtemeters degelijk te overbruggen, op weg naar de mythische Coll del Reis.
Aangezien het de koninginnenrit was, is ‘de benen sparen’ de boodschap. We draaien af richting Pollença en de bergen beginnen als Mastodonten naast ons op te springen. Het is maar een glimps van wat er die dag nog te komen staat. De eerste klim van de dag is de Coll de Femenia. We snijden bochten met prachtige uitzichten aan en komen na een half uur op de top (die overigens niet spectaculair is en een beetje afbreuk doet aan de klim zelf). Na de eerste col gaat het op en neer tot aan Lluc, wat we herkennen van dag 1 toen we hier het prachtige klooster bezochten met Seb. Trouwens hier moet je zeker de “Gateau” proeven een lokale lekkernij die al binnengespeeld was voor we het op instagram konden gooien. Vervolgens is daar, BOEM PAUKENSLAG, de Coll del Reis. De klim is langs deze kant weliswaar minder lang maar echt mooi en best wel hard. Aangekomen op de top zien we onze favoriete Mallorkaanse tuinkabouter Sebastian staan in zijn prachtige oranje Wheels Sport Mallorca trui.
Wat een afdaling is die Coll del Reis, jongens! Met topsnelheden tot 72 km/u vliegen we daar die berg af. In Sa Calobra aangekomen was het niet meteen terug de berg op maar genoten we nog van de plaatselijke bezienswaardigheden. Tip! Bezoek het oude haventje en ga op zoek naar het kiezelstrand in een prachtige inham omringd met rotsen. De moeite en niet bekend bij de wielertoeristen! (Dixit Sebastian.)
Maar wij waren natuurlijk niet gekomen naar Mallorca om strandjes te bezichtigen. We maakten ons dus klaar om die mythische Mallorca-col op te knallen. Sa Calobra, ook wel bekend in het peloton als de perfecte klim, is er een van legendarische waarden en stond al lang op de bucketlist. Niet te lang, niet te kort, niet te stijl en niet te gemakkelijk. En dan hebben we nog niet over de omgeving gesproken. Prachtige verzichten, wisselend landschap en de legendarische cravatte. De klim is even legendarisch als op voorhand gehoord en gelezen. Wonderschoon!
Dag 4
Ontwaken in ontbloot bovenlijf met een warm straaltje zonneschijn, leve Mallorca! De groene fee van de Balearen heeft gisteren goed huisgehouden onder ons gezelschap. ‘Hierbas’, de lokale groene anijsdrank kleeft nog aan mijn lippen. Als mijn tong er overheen glijdt, flitsen gelukzalige beelden van onze feestnacht voorbij.
Vandaag nog een laatste rit van 70 km naar Cap de Formentor. Op het einde van de landtong staat een verlaten vuurtoren, beslist nog de moeite om op de fiets te kruipen.
Eigenlijk ben ik al op het einde van mijn krachten, vandaag wordt fietsen pure wilskracht. Maar daarover kan ik niet janken tegenover mijn kameraden, zwakte tonen is geen optie.
Zoals tijdens de andere ritten is het eerste uurtje gewoon warm rijden. In ons mini peloton wordt mooi geroteerd en scheuren we langs de baai. Het blijft een ongelofelijk uitzicht, een gevoel van gelukzaligheid bekruipt me. Iets voorbij de haven van Pollença begint de eerste klim. Vanaf nu zijn de witte stippellijnen op het wegdek mijn enige houvast. Als een trouwe hond volg ik ze tot op de top. Het vervolgtraject naar de vuurtoren is een nog mooiere variatie op wat we voorheen al gezien hebben. Een beschrijving krijg je niet, het zou afbreuk doen aan de realiteit. Op het terras van de vuurtoren eten we stukjes pizza, quiche en nog wat andere lekkernijen. Schouderklopjes worden uitgedeeld, dit is een waarlijk kroonjuweel na vier dagen fietsen.
Conclusie: een prachtige vakantie. Bedankt aan Bahamontes, aan Wheels Sport en, vooral, aan Sebastian.
Sportieve, Mallorcaanse groeten van...
Jantien, Philip, Wouter-Jan, Idris en Louis