Home Artikels Over liefhebber Bahamontes Abonneer Kalender Fietstochten Contact

RABC: de oudste wielerclub van het land!

Reportages

Vraag mensen naar de link tussen Antwerpen en koers en je krijgt meestal dezelfde antwoorden te horen. Startplaats Ronde van Vlaanderen. Scheldeprijs Schoten. Stan Ockers. Sportpaleis. Wat amper geweten is: Antwerpen is ook de thuisbasis van de oudste wielerclub van het land. RABC, of Royal Antwerp Bicycling Club.

Tekst: Jonas Heyerick - Foto's: Diego Franssens

Drie wereldkampioenen!

31 maart 1882. Zeven Antwerpse jongeren besluiten om van Antwerpen naar Lier te fietsen. Met de hoge Bie, de fiets met het grote voorwiel en het kleine achterwiel die in die tijd mateloos populair is. Het is amper zestien kilometer richting de Netestad, maar toch blijkt het een hachelijke onderneming op zo’n rudimentaire tweewieler. Pas na enkele uren arriveren de jongelingen ter plekke en terwijl ze het zweet nog van hun voorhoofd wissen en de plooien in hun broek gladstrijken, bestellen ze zeven glazen Seefbier. Tijdens het consumeren van dat Antwerpse biertje rijpen er plannen om dit soort fietstochtjes vaker te doen. Plannen die meteen geconcretiseerd worden, en dus wordt daar en dan, in het Casino van Lier, beslist om de Antwerp Bicycle Club op te richten – het voorvoegsel Royal wordt pas later aan de naam toegevoegd. De oudste wielerclub van het land is geboren.

---

15 januari 2018. Wim De Meyer is 75, en al 52 jaar actief lid van RABC. Nog straffer dan zijn prestaties op de fiets – en dat zijn er heel wat – is de precisie van zijn geheugen. Hij lijkt een wandelende encyclopedie, met als specialiteit: Antwerpse wielergeschiedenis in het algemeen, en alles wat met zijn geliefde wielerclub te maken heeft in het bijzonder. “Wist je dat een van de eerste RABC-leden, Emile De Beukelaer, het nadien nog tot UCI-voorzitter heeft geschopt? Emile werd lid in 1882, hij was toen 15. Een paar jaar later kroonde hij zich tot Belgisch kampioen bij de amateurs en hij haalde ook nog een paar nationale titels op de baan. Hij stopte met wielrennen op zijn 22 om bij zijn vader in de zaak te gaan werken, en werd dan maar voorzitter van Royal Antwerp Bicycle Club én de UCI.” Het is de eerste anekdote die Wim oprakelt, maar niet de laatste. “RABC telt twee afdelingen. Die van de wielertoeristen, waar ik zelf deel van uitmaak, en de rennersafdeling. De RABC is weliswaar ontstaan als een wielertoeristenclub, maar al snel sloten renners zich aan en werden we ook een echte rennersvereniging. Onder één naam zitten dus twee op zichzelf staande afdelingen.” De rennersafdeling is er nog steeds een met aanzien, maar vroeger was het in deze écht anders en beter. “Nu is Victor Campenaerts (Europees kampioen tijdrijden en sinds dit jaar aan de slag bij Lotto-Soudal; red.), de enige echte Antwerpenaar in het peloton. Maar vroeger had je heel wat toprenners met Antwerpse roots. Velen daarvan waren aangesloten bij RABC.” Wim glimt van trots. “1957 was ons absolute topjaar. Toen telden we maar liefst drie wereldkampioenen in onze rangen. Rik Van Steenbergen was wereldkampioen op de weg, Louis Proost was dat bij de liefhebbers en Paul De Paepe was wereldkampioen achter zware motoren. Er zijn tijden geweest dat we 25 beroepsrenners in onze club hadden. Als België toen een landenploeg moest afvaardigen naar een WK of een grote ronde kon je er donder op zeggen dat er vijf RABC’ers bijzaten.” De naam is al gevallen: Rik Van Steenbergen, de bekendste RABC’er ooit, en, samen met Stan Ockers, een van de grootste kampioenen die Antwerpen ooit gekend heeft. Zegt Wim: “Van Steenbergen was trots lid te zijn van onze club. Rik heeft zijn allerlaatste kilometer uit zijn carrière zelfs gereden in het Sportpaleis in een RABC-tenue! Een mooier eerbetoon kan je toch niet wensen? Het was dan ook logisch dat wij, met RABC, Rik geholpen hebben toen hij na zijn carrière in de problemen kwam, mede door zijn villa die afbrandde, en het feit dat hij scheidde van zijn vrouw en alimentatie moest betalen voor vijf kinderen. Om hem er een beetje bovenop te helpen zijn wij toen met een hele groep RABC’ers naar zijn huis gefietst, waar we op één dag tijd zijn gevel geschilderd hebben.”

Wim De Meyer 05
Wim De Meyer, 75 jaar, en al 52 jaar actief lid van RABC.

Van Parijs naar Brasschaat

Zelf heeft Wim ook nog gekoerst, al brak hij weinig potten. “Ik kon net volgen, meer niet. Ik trouwde op mijn 24ste, en ben toen gestopt met koersen. Ik fietste wel nog graag, en dus kwam ik bij RABC terecht. Let op: wielertoerisme bestond toen amper en de wielertoeristenafdeling van RABC was op sterven na dood. Ze waren nog met een tiental leden – allemaal oudere mannen. Wielertoerisme kwam in die jaren moeilijk van de grond omdat Vlaanderen katholiek was en mensen op zondagmorgen naar de mis gingen. Wielertoeristen waren of ongelovig, of ze gingen eerst naar de mis, en kropen pas daarna op hun vélo. Het wielertoerisme kreeg pas een boost toen er zaterdagavondmissen werden gehouden.” Royal Antwerp Bicycle Club was in die tijd nog een club uit het centrum van Antwerpen. Ze vertrokken elke zondagmorgen aan de ingang van de Zoo. Ook dat zag Wim veranderen. “Omdat we steeds meer leden uit Brasschaat kregen, verhuisden we ook onze vaste afspreekplek naar de kerk van Brasschaat. Daar starten we nog steeds, elke week. En na de rit springen we binnen in Brasserie Excelsior voor een paar pintjes. Want dat hoort bij fietsen op zondag. En ja, we blijven wel eens plakken. Als je op zondagnamiddag rond 16u passeert, is de kans groot dat er nog altijd koersfietsen tegen de gevel staan.” RABC is niet alleen de oudste club van het land, het is ook een van de grootste clubs. “Momenteel hebben we 230 ingeschreven leden. Die zijn er natuurlijk nooit allemaal tegelijk, maar vaak zijn we met meer dan 130 fietsers op zondag, netjes verdeeld over vier groepen. Van snel naar traag.” Al die jaren RABC leveren natuurlijk ook tal van prachtige anekdotes op. Wim rakelt ze met veel enthousiasme op. “In de beginjaren reden wij met RABC de 24 uur van Antwerpen. Dat was een serieus evenement. We vertrokken met drie-, vierhonderd man om zes uur ’s avonds op het De Coninckplein voor een rit van 400 kilometer. ’s Ochtends was er een uur rust voorzien en intussen werd de mis opgedragen. Zelf heb ik die 24 uur van Antwerpen tien keer gereden en ik herinner me vooral het reglement. Zo mochten we maximum 22,5 gemiddeld rijden, anders werd je uitgesloten.” Toen RABC in 1982 100 jaar bestond, besloten ze van Parijs naar Brasschaat te fietsen, een rit van 400 kilometer. Wim lacht smakelijk als hij eraan terugdenkt. “Vooraf hadden we een brief gestuurd naar de politie van Parijs met op onze briefpapier de hoofding van de politie Brussel, die we hadden nagemaakt. We schreven: ‘Wij, politiemensen en gendarmerie uit Brussel, zouden met het korps een fietstocht ondernemen van hoofdstad naar hoofdstad, en we vroegen ons af of het Parijse politiekorps ons wilde begeleiden vanuit het centrum tot aan de rand van de stad?’ Die mannen trapten daar in! Gevolg: op die bewuste dag stonden er 50 RABC’ers midden in de nacht klaar aan de Arc de Triomphe om te vertrekken. Het was pikkedonker, maar om klokslag half drie gingen alle lichten aan in centrum Parijs. Speciaal voor die sportieve politiemannen uit Brussel! Zes motards en twee jeeps hebben ons kilometerslang begeleid, tot we Parijs uit waren. Op het eind salueerden ze: ‘Bonne route, les copains!’” Wim komt haast niet meer bij. “Dat er van Parijs naar Brasschaat werd gefietst had trouwens een goede reden. Vroeger was Parijs-Brasschaat écht een koers, al is hij maar een paar keer georganiseerd. Zoek dat maar op!” Dat doen we, en effectief… Diep verborgen in de plooien van het wereldwijde web vinden we zowaar zelfs een uitslag terug van Parijs-Brasschaat in 1935. Afstand toen: 481 kilometer! Winnaar was Jean Wouters die er maar liefst 14 uur 42 minuten en 15 seconden over deed. Komen we als bekendste namen tegen in de toptien: Alfons en Gustaaf Deloor, de twee broers die een jaar later eerste en tweede eindigden in de Vuelta. De Meyer geeft uitleg, als een volleerd historicus. “Parijs-Brasschaat was een bijzondere koers. Tot aan de Belgische grens werd er gewoon gekoerst, maar van zodra ze de grens over waren, werden de renners gegangmaakt door derny’s, zoals in de veel bekendere klassieker Bordeaux-Parijs. Maar tijdens de derde editie van Parijs-Brasschaat hadden de renners zo veel vertraging dat het al donker was toen ze arriveerden. Amper een zestal renners haalden de finish. Het jaar nadien is de wedstrijd niet meer georganiseerd.”

De Ronde!

“Men doet wel eens smalend over de wielergeschiedenis van Antwerpen, maar dat is misplaatst. We hadden het Sportpaleis waar alle grootste pistiers ter wereld te zien waren, we hadden Stanneke Ockers en Rik Van Steenbergen, we hadden en hebben de Scheldeprijs - wellicht de oudste wielerkoers van het land, en we hadden ook de Acht van Brasschaat, een legendarisch criterium dat bijna 80 jaar bestaan heeft, en waarin alle grote wielerkampioenen aan de start hebben gestaan. De wedstrijd om en rond de Bredabaan stond vroeger jaar na jaar op de kalender kort na het WK en werd dus als de officieuze herkansing aangekondigd. Op de erelijst prijken daardoor namen als Peter Post, Eddy Merckx, Bernard Hinault, Jan Janssen, Stanneke Ockers en Fausto Coppi. Toch geen prutsers, hè? Hoe dat kan? Onze gemeentesecretaris, mijnheer Louis De Winter, was ook de eigenaar van het Sportpaleis in Antwerpen. Omdat de toenmalige toppers in de winter goed betaald werden om in het Sportpaleis te koersen, kwamen ze in ruil ’s zomers voor een prikje de Acht van Brasschaat rijden. Die dag lag heel Antwerp plat, zelfs in de haven werd niet gewerkt.” Een beetje zoals nu bij de start van de Ronde van Vlaanderen, vraag ik. Wim knikt. “Dat de Ronde nu in Antwerpen start… Voor ons was dat een enorme cadeau, een cadeau die we in de verste verte niet verwacht hadden. Veel van ons trokken elk jaar naar Brugge om de start van Vlaanderens Mooiste te zien. Dat we de coureurs nu kunnen gaan aanmoedigen in onze eigen stad, in de schaduw van het stadhuis: dat is formidabel. Voor ons heeft het de Ronde alleen maar nóg aantrekkelijker gemaakt. En vorig jaar hebben natuurlijk heel wat RABC’ers de volledige Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen gereden. Die wilden er perse bij zijn op die historische dag!”

Volg ons