Wij gebruiken cookies
Ricco 9
leesvoer

Riccardo Riccò

Op bezoek bij de Cobra, ijsventer op Tenerife

Riccardo Riccò is een naam die goed in de mond ligt. Maar de wielrennerij heeft die naam uitgespuwd. De al 7 jaar geschorste Italiaan, ooit de meest gehate renner van het peloton, woont nu op Tenerife. Daar verkoopt hij ijsjes en bijt op zijn nagels tot binnen 5 jaar zijn schorsing afloopt: ‘Cazzo di merda.’

Tekst: Matthias M.R. Declercq Foto’s: Diego Franssens

Er zijn niet veel mensen die het weten. Ook de Italiaanse vrouw met het blonde haar weet het wellicht niet. Ze draagt een legging en een fluo sportshirt. De dikke laag fond de teint op beide wangen moet haar leeftijd verzachten. Met veel aplomb stapt ze ChocoLoco binnen, een heladería, Spaans voor ijssalon. Alleen is de eigenaar van de zaak geen Spanjaard, wel spreekt hij over gelato artigianale, en dat is Italiaans. Dat zegt ook het onderschrift van zijn salon: ‘Made in Italy’, wat hopelijk niet het geval is voor het uitgestalde verse roomijs.

Met de aangelengde nagels tikt de vrouw tegen het glas van de felverlichte ijsetalage en wijst naar mascarpone y frambuesa. “Twee bollen, op een hoorntje.” Er volgt nog een “alstublieft”, waarop de man een ijsschep neemt. Ooit was zijn naam een krantenkop en sierde hij de sportpagina’s, als winnaar. Maar steeds vaker dook zijn naam op bij het criminieuws, als zondaar. Toch is op dit eiland de geschiedenis van de ijsventer een onbeschreven blad, behalve voor een handvol Belgen en Italianen. Alleen een kleine, ingekaderde foto aan de muur leidt je naar die geschiedenis. Hier op Palm-Mar, een toeristisch niemendal in het zuiden van Tenerife, is Riccardo Riccò (35) eerst ijscoman, en als er naar gevraagd wordt, dan ook ex-wielrenner. Hier hangen geen truien van Saunier Duval boven het dienblad, ook niet van Vacansoleil, zijn twee bekendste teams. Twee teams ook in wiens shirt hij tegen de lamp liep. Eerst was er de epovariant Cera bij Saunier Duval, nadien een verrijkte bloedzak bij Vacansoleil, en telkens was er de hoon van het peloton. Daar kun je in een ijssalon niet mee uitpakken, dus wijst niks naar het verleden. Wel is er mangocrème, en pasta, en wijn, en die laatste twee zijn wel made in Italy.

“Nient’altro?” vraagt hij met een bedeesde blik.

“Gooi er nog maar een bol pistache op”, zegt de vrouw. Terwijl de crème langzaam opkrult in de ijsschep, kijkt ze eerst naar de foto aan de muur, nadien naar de man die haar een hoorntje serveert, maar ze legt de link niet. Nochtans oogt Riccò nog altijd even mager, even pezig, met dat rosse haar, de donkere lippen en het rode, wat gelooide gezicht.

“Prego signora!”

Ruim 11 jaar oud is de foto intussen. Een tijdsgewricht waarin het wielrennen het eigen verleden nog maar eens uitgomde en herschreef. Ook dat van Riccardo Riccò. De foto daalt als een kabelbaan af naar het verleden en eindigt op Tre Cime di Lavaredo. Daar kwam Riccò op zondag 27 mei 2007 als eerste boven in de Ronde van Italië. Tre Cime is de schilderachtige col waarop Eddy Merckx 50 jaar geleden, met sneeuw op de schouders, de basis legde voor zijn eerste Girowinst en waar Riccò zoveel jaar later hetzelfde betrachtte. Hij reed toen over de streep met de armen breed open, als was hij gekruisigd.

De vrouw stapt het salon uit, bevrijdt haar hond van de lantaarnpaal en wandelt naar het strand. “Tre Cime, dio, dat was wat, hè?” zegt Riccò. Hij sopt de ijsschep in een kom water en zwijgt. Dat was eind september niet anders. Ook toen stond Riccò in het ijssalon. Hij zag Alejandro Valverde het wereldkampioenschap winnen in Oostenrijk en in zijn hoofd ging een deurtje open dat hij moeilijk terug op slot kreeg. “Super Besse”, zegt hij. “In 2008 versloeg ik er Valverde op de slothelling en won zo mijn eerste etappe in de Ronde van Frankrijk. En 10 jaar later zag ik Valverde de regenboogtrui aantrekken terwijl ik hier ijsjes uitschepte. Wat is er met mij gebeurd? Dat dacht ik toen.”

Riccò blijkt een minzame man, weliswaar met een gekarteld karakter, maar toch: hier op Tenerife is hij vriendelijk, enigszins melancholisch ook. “Zet mij morgen op een fiets en ik plan een comeback, maar dat kan niet. In 2011 kreeg ik een dopingschorsing van 12 jaar. Tot 2023 ben ik er dus aan voor de moeite. Nu schep ik ijsjes en bijt iedere avond op de tanden als ik via WhatsApp naar mijn zoontje bel. Ik ben gescheiden en woon en werk hier op Tenerife met mijn nieuwe vriendin. Maar als ik dat ventje van 9 jaar aan de lijn heb, of hem op mijn telefoonscherm zie, cazzo, dan denk ik het opnieuw: ‘Wat is er met mij gebeurd?’”

(Het volledige interview met Riccardo Riccò leest u in Bahamontes 24 - Ciao Marco)

Ricco 24

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief