Wij gebruiken cookies
Bert Vanlerberghe Tim Merlier 16
leesvoer

Tim Merlier & Bert Van Lerberghe

De sprinter & zijn loods

Tim Merlier en Bert Van Lerberghe kennen elkaar sinds de middelbare school in Waregem. 20 jaar later staan de boezemvrienden voor Soudal-Quick-Step aan de Tourstart in Lille. Tim moet er massasprints winnen (en, als het even kan, de eerste gele trui pakken), Bert moet hem veilig naar de laatste rechte lijn loodsen. Vroeger waren de rollen net omgekeerd.

Tekst: Jonas Heyerick

Foto’s: Jelle Vermeersch

Het dubbelgesprek met Bert Van Lerberghe en Tim Merlier (allebei 32) is al een uur ver als ten huize van de eerste het thema van deze Bahamontes ter sprake komt.

Tim Merlier: “Ik heb de Mont Ventoux nog nooit beklommen.”

Bert Van Lerberghe: “Ik ook niet. Of toch wel, met de auto, op vakantie in de Provence.”

Tim: “Ik herinner me vooral de tv-beelden van Wout die de rit won over de Ventoux. Het schijnt een mooie berg te zijn, maar ik denk dat we hem tijdens de Tour vooral zullen vervloeken.”

Bert: “Is het dit jaar boven arrivé? Of moeten we nog naar beneden?”

Tim: (checkt zijn smartphone)Pffft, etappe 16. De derde week dus. Sowieso lastig. Aankomst boven. Alles lijkt wel redelijk vlak voordien. Het wordt wellicht een razende start, omdat iedereen in de vroege vlucht wil zitten. Niet meteen een etappe om naar uit te kijken.”

Wat voorafging en volgde, was een bijna drie uur durend gesprek tussen twee kameraden die constant plaagstoten uitdelen en elkaar geregeld stevig afzeiken. Maar altijd lachend, vriendschappelijk, liefdevol. Een dialoog in vijftien delen.

Koosnaampjes

Bert: “Ik noem hem Timmie. Hij noemt mij Bertie.”

Tim: “Als ik in volle finale ‘Bertie! Bertie!’ begin te roepen, weet hij dat ik nerveus aan het komen ben.”

Bert: “Als hij iets te veel roept, word ik ambetant. Dan roep ik meestal terug: ‘Hou je bek!’ Goed bedoeld, hè.” (hilariteit)

Bert Vanlerberghe Tim Merlier 22

Berts grote Tourdebuut

Bert: “Ik heb al wree verhalen gehoord. Dat het superlastig is, dat het niet is zoals de andere grote rondes, dat ze veel rapper rijden... Ondertussen ben ik schijtebenauwd.”

Tim: “Ik reed de Tour in 2021 en heb nog steeds een trauma van die eerste etappes. De hectiek, de zenuwen, de stress... In de eerste etappe leek er niks aan de hand tot plots, in een vingerknip, driekwart van het peloton tegen de grond lag. De hele weg vol. Dat was die vrouw met het ‘omi & opi-bord’. Ik kon geen kant meer uit, en herinner me vooral het helse kabaal van crashende fietsen en kermende renners. Tijdens de tweede etappe had ik het in de finale laten lopen. In een afdaling bolde ik uit. Plots vielen ze, opnieuw over de volledige breedte van de weg. Normaal gezien heb ik supergoede reflexen, maar toch lag ik er weer bij. Ik ben daar nog altijd niet goed van.”

Bert: (zucht luid) “En dit jaar starten we in het noorden van Frankrijk, de grootste strontregio om te koersen. Dat is van de ene middenberm naar de andere vluchtheuvel richting de volgende rotonde.”

Tim: “Ik heb een haat-liefde verhouding met de Tour, en met grote rondes in het algemeen. Ik wil er absoluut bij zijn, maar ik weet nu al dat ik drie weken alleen maar ga afzien en dat ik dat ga haten.”

Bert: “Je weet dat je je elke dag een beetje slechter gaat voelen.”

Tim: “En toch ben ik vooral blij voor Bert dat we samen naar de Tour mogen. Bert is, niet alleen voor mij, maar voor de hele ploeg, de ideale ploegmaat. Soms zelfs té ideaal. Hij denkt alleen aan anderen, nooit aan zichzelf. Terwijl hij zelf ook capaciteiten heeft... Dat de ploeg de voorbije jaren niet wilde inzien dat Bert dé geschikte man was om mee te nemen naar Frankrijk, dat gaat er bij mij nog steeds niet in.”

Bert: “Ik snap evenmin waarom Tim vorig jaar niet mee mocht. Hij heeft geen vier man nodig om de sprint aan te trekken. Eén mannetje is genoeg, of ik dat nu ben of een ander.”

Tim: “Ik heb vier grote rondes gereden – één Tour, twee Giro’s en één Vuelta – en enkel in die laatste won ik geen rit. Dat was pijnlijk, destijds bij Alpecin.”

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief