Het dubbelgesprek met Bert Van Lerberghe en Tim Merlier (allebei 32) is al een uur ver als ten huize van de eerste het thema van deze Bahamontes ter sprake komt.
Tim Merlier: “Ik heb de Mont Ventoux nog nooit beklommen.”
Bert Van Lerberghe: “Ik ook niet. Of toch wel, met de auto, op vakantie in de Provence.”
Tim: “Ik herinner me vooral de tv-beelden van Wout die de rit won over de Ventoux. Het schijnt een mooie berg te zijn, maar ik denk dat we hem tijdens de Tour vooral zullen vervloeken.”
Bert: “Is het dit jaar boven arrivé? Of moeten we nog naar beneden?”
Tim: (checkt zijn smartphone) “Pffft, etappe 16. De derde week dus. Sowieso lastig. Aankomst boven. Alles lijkt wel redelijk vlak voordien. Het wordt wellicht een razende start, omdat iedereen in de vroege vlucht wil zitten. Niet meteen een etappe om naar uit te kijken.”
Wat voorafging en volgde, was een bijna drie uur durend gesprek tussen twee kameraden die constant plaagstoten uitdelen en elkaar geregeld stevig afzeiken. Maar altijd lachend, vriendschappelijk, liefdevol. Een dialoog in vijftien delen.
Koosnaampjes
Bert: “Ik noem hem Timmie. Hij noemt mij Bertie.”
Tim: “Als ik in volle finale ‘Bertie! Bertie!’ begin te roepen, weet hij dat ik nerveus aan het komen ben.”
Bert: “Als hij iets te veel roept, word ik ambetant. Dan roep ik meestal terug: ‘Hou je bek!’ Goed bedoeld, hè.” (hilariteit)