Wij gebruiken cookies
Eddy Ballon
leesvoer

50 jaar, 50 vragen!

Het Ultieme Eddy Merckx-interview

50 jaar geleden won Eddy Merckx zijn allereerste Tour. Dus staat net voor Le Grand Départ van de Tour 2019 elke wielerjournalist voor zijn deur in Meise. En we weten dat hij daar niet op zit te wachten. Dus plozen we duizenden pagina’s uit ons archief uit en stelden voor u het ultieme Merckx-interview (*) samen.

Samenstelling: Jonas Heyerick & Geert De Vriese

Foto: Jelle Vermeersch

(* Ter wille van de leesbaarheid hebben we sommige vragen anders geformuleerd en/of aangepast)

1. Wat zou jij geworden zijn zonder de koers?

“Wellicht leraar lichamelijke opvoeding. Dat was aanvankelijk de bedoeling. Maar op mijn 16de ben ik met school gestopt, ik wou koersen. Ik zou het wel graag gedaan hebben, denk ik. De jeugd in beweging krijgen is een mooie missie.”

(De Zondag, 2018)

2. Waarom ben je coureur geworden?

“Wie zal het zeggen? Het was een roeping, iets wat gewoon zo moest zijn.”

(Cycling Weekly, 2004)

3. In je familie koerste niemand, en ook Brussel stond niet bekend als fiets- of wielerstad. Hoe ben je dan bezeten geraakt?

“Door de radio: als kind luisterde ik naar de verslagen van de Tour en was ik benieuwd naar de heldendaden van Stan Ockers.”

4. Ontstond zo ook jouw liefde voor de grote rondes?

“Nee, want bij de jeugd reed ik geen rittenkoersen. Ex-renner Félicien Vervaecke begeleidde me en hij had me aangeraden om niet te veel te koersen. Als beroepsrenner zou ik het nog zwaar genoeg krijgen. Voor mijn eerste koers – die ik achter de rug van mijn moeder ging rijden – had ik zelfs niet getraind. Het was in de zomer van 1961, in Laken, en ik werd voortdurend gelost. Op het einde kwam ik er nog bij en toen iedereen viel, glipte ik erdoor en werd zesde. Fier dat ik was.”

5. Had je snel door dat je aanleg had?

“In mijn eerste jaar werd ik van het kastje naar de muur gereden. Ik heb daarna de hele winter op de piste gereden. Wel, in mijn tweede seizoen won ik koers na koers.”

6. Beweer je nu dat je de basis van je carrière op de piste hebt gelegd?

“Absoluut. Dat is de beste leerschool: je krijgt er stuurvaardigheid, snelheid en inhoud. Ze zouden elke jonge renner moeten verplichten om op de piste te rijden.”

(Humo, 2014)

7. Je bent wereldkampioen geworden op je 19de. Wat denk je dan als je over de finish rijdt?

“Wat zullen ma en pa nu gelukkig zijn! Ik reed mijn eerste koers drie jaar geleden, terwijl mijn ouders voor een paar dagen naar de zee waren. Ik deed het stiekem omdat mijn moeder dus niets van koersen wilde horen. Terwijl zij met vakantie waren, presteerde ik enkele keren zodanig goed bij de beginnelingen dat bij de ouderlijke thuiskomst het ijs gebroken was.”

(Het Volk, 7 september 1964, net na zijn wereldtitel bij de amateurs in Sallanches)

Eddy Merckx 0060Zw

8. Waren het enkel de goede resultaten waardoor je ouders je lieten koersen?

“Nee. Ze zagen vooral dat ik gepassioneerd was door de koers. In mijn derde jaar humaniora begon ik steeds vaker te brossen om mee te kunnen doen aan de pistemeetings die elke dinsdagnamiddag georganiseerd werden in Brussel. Mijn vader schreef zelfs elke week een briefje: ‘Door familiale omstandigheden kan Eddy vanmiddag niet naar school.’ Op vrijdag 13 april 1961 - ik vergeet die dag nooit meer – werd ik bij de prefect geroepen. Hij begon me uit te schelden: ‘Wat denk je wel? Jij met je koersen! Denk maar niet dat je het daarmee gaat maken! Tijdens de paasvakantie schrijf je een verhandeling voor al de keren dat je gebrost hebt.’ Ik ben thuisgekomen en heb gezegd: ‘Ik ga niet meer naar school.’ Ik had geluk: mijn ouders lieten me thuisblijven. Mijn moeder was net geopereerd en daardoor kon ik in de voormiddag meehelpen in de winkel bij mijn ouders. In de namiddag ging ik trainen. Ik slaagde dankzij mijn doorzettingsvermogen en de strenge opvoeding van mijn vader. Ik heb het als boutade al vaak gezegd: van mijn vader heb ik meer slaag gekregen dan eten. Maar dat heeft me wel gehard, en mee gevormd tot wie ik ben.”

(P-magazine, 2014)

9. De legendarische RTBF-journalist Théo Mathy beweerde dat je in de koers op je vader leek, maar daarbuiten op je moeder. Wat bedoelde hij daarmee?

“Zoals iedereen ben ik een mix van hen allebei. Mijn vastberadenheid en mijn werkijver heb ik van mijn vader. Hij werkte zich te pletter om zijn kruidenierszaak in Sint-Pieters-Woluwe zo goed mogelijk uit te bouwen, een zaak die hij begon toen ik nog zeer klein was. Mijn vader stond erg op discipline, maar hij was tegelijkertijd een soort filosoof. Sommige van zijn gezegdes en levenswijsheden zitten nog steeds in mijn hoofd. Van mijn moeder erfde ik vooral de zachte kant. Hoe die zich uit? Ik kan nogal moeilijk ‘nee’ zeggen als mensen me iets vragen. Ik heb dat moeten leren, want soms liet ik me uitpersen door op alles ‘ja’ te zeggen.”

(Cycling weekly, 2010)

10. Jij werd al eens een zwartgeboren Flandrien genoemd. Raakt je dat?

“Ja. Ik ga dat niet ontkennen. ’t Pallieterke noemde mij ‘De Zwarte van Tervuren’, en dat deed pijn. Een neef van mijn vader, Gaston, collaboreerde met de Duitsers. Hij is daarom doodgeschoten in Meensel-Kiezegem (vanwaar de familie afkomstig is, red.). Maar het is niet omdat één Merckx zo was, dat ze allemaal zo waren. Mijn vader had daar niets mee te maken en mijn moeder heeft zelfs nog voor het verzet gewerkt. Een broer van mijn moeder is trouwens in de concentratiekampen gebleven. Een andere broer is kunnen terugkeren. Hij woog nog amper 45 kilogram. Als klein jongetje luisterde ik naar zijn verhalen: dat was afschuwelijk.” (stil)

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief