Op de eerste dag van de nieuwe lente stap ik bij de kerk van Zingem, aan de voet van de Vlaamse Ardennen, café Sportpaleis binnen. Het zonlicht valt er gloeiend op de houten toog. Aan de muren hangen tientallen foto’s van wielrenners, bijna allemaal uit de oude doos.
Barman Eric steekt spontaan zijn hand omhoog en vraagt wat ik wil drinken. Hij schrikt niet als ik na mijn bestelling naar José Samyn vraag. “Samyn? Tuurlijk ken ik die naam. Iedereen in Zingem, denk ik, zeker de ouderen.”
Ik ben hier omdat ik te weten wil komen wat er op 25 augustus 1969 in dit dorp is gebeurd. Kijkend naar de Grote Prijs José Samyn, een voorjaarskoers in en rond het Henegouwse Dour, hoorde ik Michel Wuyts zeggen aan wie de wedstrijd zijn naam te danken had: José Samyn, een beloftevolle renner uit de Borinage, stierf toen hij amper 23 was. In Zingem. Na een botsing met een toeschouwer tijdens het jaarlijkse criterium.
“Ik ken het verhaal”, zegt Eric. “Maar wie die supporter was, heb ik nooit geweten. Het is in de Dorpsstraat gebeurd, voor de deur van Omer, die toen ook café hield. In De Klok heette zijn café, een van de vijftig toen in Zingem. Omer leeft nog. Misschien moet je eens bij hem aanbellen?”