Corsica, het Baskenland, Australië, Duitsland, Parijs… Dat dit verhaal met zijn talloze hoofd- en bijrollen ons langs een flink deel van de wereld zou leiden, hadden we vooraf kunnen bedenken. Maar geen seconde hadden we vermoed dat het ons op een late, klamme zomerdag naar een rijtjeshuis in het Antwerpse Schoten zou brengen. Toch zitten we hier nu, bij een man die straks zowaar dé sleutelrol zal spelen in dit verhaal.
Het huis is smal, de gangen zijn lang, en Stef Mertens heeft ons naar de woonkamer helemaal achteraan geloodst. Vervaalde bruine strepen tekenen zich af op een muur. “Een lek”, wijst hij naar het platte dak. “Van vorige zomer al.” Mertens haalt er de schouders bij op. “Ik blijf meestal rustig in die dingen.”
Hij glimlacht want weet dat het die koelbloedigheid is die ons hier in zijn woonkamer heeft doen belanden. Stef Mertens is een zestigplusser en had drie levens geleden een carrière als presentator bij de ooit illustere zender Radio Contact – “ergens moet ik nog een sticker hebben”. Maar vandaag willen we hem spreken omdat er op zijn palmares meer dan twintig Tours staan, julimaanden waarin hij er telkens bij was van de Grand Départ tot op de Champs-Elysées. “Dan mag Bahamontes wel eens op bezoek komen”, opperen we domweg.
Maar van de andere kant van de tafel kijkt Stef Mertens ons onverstoord aan: “Je weet toch ik helemaal niks met wielrennen heb?” zegt hij. “Écht: niks. Jaren heb ik dagelijks aan de finish in de Tour gestaan. Maar vraag mij niet naar een naam van een coureur, of wie de Tour dit jaar gewonnen heeft. Ik zou het begot niet weten.”
Hij maakt zelf een einde aan de stilte die valt. “Maar je wilde het over de Tour van 2013 hebben, zeker?” We knikken, en beseffen dat we Stef Mertens maar beter wat later in ons verhaal introduceren. “Was dat geen speciale Tour, die van 2013?”