Wij gebruiken cookies
Site
leesvoer

Greg & Ronald Van Avermaet

Twee generaties Olympiërs

De vader: 1980, Moskou, DNF. De zoon: 2016, Rio, Goud. Hoe groot kan het verschil zijn tussen deze twee olympiërs, terwijl ze grotendeels dezelfde genen hebben? We blikken terug in het allereerste dubbelinterview met Ronald en Greg Van Avermaet, vader en zoon.

Tekst: Jonas Heyerick Foto's: Jelle Vermeersch

We schrokken bij het doornemen van de lijst met alle Belgische deelnemers aan de Olympische Spelen. Daar stond hij: Ronald Van Avermaet, geselecteerd voor de wegrit op de Olympische Spelen van Moskou in 1980. Van Avermaet? Wegrit? Zou het? Vijf seconden googelen volstond. Ronald is inderdaad de papa van Greg, de regerende olympische kampioen. Probleem: papa Van Avermaet geeft geen interviews. ‘Hij staat niet graag in de belangstelling’, sms’te de zoon. Maar zie, voor Bahamontes maakte de vader toch een uitzondering. En dus zaten we op een niet al te warme lentedag op het terras van de zoon. En terwijl Gouden Greg barista speelde en taart serveerde, haalde hij samen met zijn vader herinneringen op aan hun beider Spelen.

Site2

Proloog

RONALD – “Ik was ongeveer 16 toen ik al had uitgerekend dat ik 21 zou zijn tijdens de Olympische Spelen van 1980, wellicht op de top van mijn kunnen als amateur. In 1979 viel ik zwaar in de Ronde van Vlaanderen voor beloften. Mijn jaar was om zeep, en ook mijn olympische droom leek voorbij. Maar in 1980 voelde ik me toch sterker dan voorheen. Ik koerste meteen op niveau en werd geselecteerd voor ‘de blauwe garde’. Zo kon ik met de nationale selectie mee naar buitenlandse koersen. Maar de selectie voor de olympische wegrit werd toen eigenlijk veel te laat gemaakt. Ze wilden de mannen in vorm meenemen naar Moskou. Dat draaide uit op een fiasco: iedereen reed zich kapot om die selectie te halen, en op de Spelen zelf was het vet van de soep, ook bij mij.”

GREG – “Dat is gelukkig veel verbeterd. Kevin De Weert (de toenmaligebondscoach; red.) had me al heel vroeg laten weten dat ik naar Rio mocht. In mei hoorde ik zelfs dat ik als kopman zou vertrekken. Dat gaf me vrijheid en gemoedsrust. En nee, dromen over een medaille deed ik niet. Als ik écht over de koers droom, sta ik aan de start en merk ik dat ik geen schoenen draag. Paniek! Daarna schiet ik meestal wakker.”

RONALD – “Zelfs in topvorm had ik niks kunnen doen in Moskou. Het parcours was te lastig, en die Russen waren van een ander niveau, met Sergej Soechoroetsjenkov als exponent. Wij waren amateurs, zij zo goed als volwaardige profs. Het parcours was speciaal ontworpen en aangelegd voor de Spelen. Tijdens een training waren we met het Belgisch viertal alles aan het geven, toen de Russische brigade ons simpelweg voorbij zoefde. We hielden er een verkoudheid aan over, en verloren onze moral.”

GREG – “Ik ken dat parcours van het EK voor juniores in 2005. Hun bedoeling werd me rap duidelijk: op een zo klein mogelijke oppervlakte zoveel mogelijk parcours kwijt kunnen. Het was een lastig rondje, op en af, veel draaien en keren, tot zelfs zo’n hellende pistebocht toe, midden op het circuit. Zelfs toen, in 2005, was Rusland nog een compleet andere wereld. Wat moet dat in 1980 niet geweest zijn, toen het nog communistisch was?”

RONALD – “Ik herinner me vooral dat er om de 500 meter een soldaat stond, mitraillette in de aanslag. En dat over het hele parcours. Ook het olympisch dorp liep vol soldaten. Het leek wel oorlog. De trip naar Moskou was mijneerste vliegtuigreis en ik herinner me de zenuwen. De laatste jaren kruip ik trouwens niet meer in een vliegtuig. Met de leeftijd is de vliegangst gegroeid.” “Zelf heb ik toen erg weinig gezien van Moskou, laat staan van Rusland. Ik was zo gefocust op de koers dat ik zelfs niet buiten het olympisch dorp ben geweest. Ik ben ook nooit de man van veel cultuur of reizen geweest.”

GREG – “Ik was nog nooit in Zuid-Amerika geweest, dus gaf ik mijn ogen goed de kost. Tijdens de eerste verkenning van het parcours reden we door een soort oerwoud, vlak bij de grootstad, en op de zwaarste helling, de Vista Chinesa, zaten de apen ons vanuit de bomen gade te slaan. Ik genoot met volle teugen. Sommige coureurs rijden met oogkleppen, maar ik probeer daar zoveel mogelijk van mee te nemen.” “Wij hebben ook Rio bezocht, in de mate van het mogelijke. Tijdens trainingen zijn we een paar keer in de krottenwijken beland, en dat was schrikken. De armoede in de favelas doet je nadenken. Wij reden op fietsen die meer kosten dan wat zij op een paar jaar verdienen.”

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief