263,5 kilometer lagen tussen startplaats Cahors en de finishplaats die in 1994 nog niemand kende. Misschien dat de Tour de France daarom, voor Hautacam, de naam van dat veel bekendere plaatsje zette. Lourdes/Hautacam. Zo wist iedereen meteen waar die nieuwe berg lag. In de Pyreneeën, die machtige muur met eeuwige sneeuw die Frankrijk van Spanje scheidt en waar op de wegen wegwijzers staan naar dorpen vol Tourgeschiedenis: Luchon, Luz-Saint-Sauveur, Cauterets, Aspet, Aspin. Zo verleidelijk voor de wielerromanticus, maar wij rijden Lourdes binnen op zo’n avond dat de zomer echt op losbarsten staat, maar het oude katholieke bedevaartsoord er grijs, regenachtig en vergaan glorieus uitziet. Hotels heten Gloria, Paradis, Solitude, maar ook Le Corona, Stella en Calvaire. Zijn we toch dicht bij de koers.
Als kind kenden we het al. Bij oma stond een metalen grot met daarin Onze-Lieve-Vrouw en daarvoor de knielende Bernadette, en aan de onderkant van die grot zat een knopje. Draaide je eraan, dan begon dat muziekje dat 50 jaar later nog in onze kop zit: ‘Te Lourdes op de bergen, verscheen in een grot, vol glans en vol luister, de Moeder van God.’ Maar ook, toen al, zongen wij onze eigen versie. ‘Ave, Ave, Poulidor kan niet mee.’
Sorry Raymond, rust nu maar zacht, we zullen vanavond een kaars branden voor uw nagedachtenis, moeilijk is dat hier trouwens niet. De stad die gebouwd werd rond die grot – waar dus, volgens de overlevering, het herderinnetje Bernadette Soubirous in 1858 verschillende verschijningen zag – hoest en kucht de rook van miljoenen gebrande kaarsen uit. Keuze zat trouwens. Vanaf 3,50 euro in automaten bij de grot (contactloos betalen is er mogelijk) tot honderden euro’s in winkels die Alliance Catholique, Supermarket L’Ermitage, À la Grâce de Dieu of Mystères de Marie heten. Alles is hier te koop: rozenkransen, wijwatervaten, plastieken Maria’s met kroon als schroefdop, sweatshirts, portemonnees, petjes. Maar ’s avonds en ’s ochtends blijkt dat vooral Spaansprekende bedevaarders hier in de eerste plaats genezing hopen te kopen. De rij met rolstoelen naar de bron met heilig water is lang, mannen met bretellen fungeren er als ziekenverzorgers en voor de basiliek maakt Photo Viron al ‘depuis 1865’ groepsfoto’s van bedevaarders. Aan deze verleiding valt niet te weerstaan, de groep die op 28 juni om 9.05 uur gefotografeerd wordt, zal later uiterst rechts een onbekende man zien staan. Het is de cameo van de Bahamontes-reporter.