Wij gebruiken cookies
Michael Goolaerts Gedenksteen1
leesvoer

"Michael, hoor jij ons? Michael, zeg iets!"

Tragedie op Secteur Pavé 28

“Chute!” riepen ze. “Chute de Veranda’s Willems!” Voor familie, vrienden en ploegmaats blijft 8 april 2018 voor altijd de dag dat Michael Goolaerts stierf. “Het voelde alsof er naast mij een bom ontplofte, zo groot was de schok.”

Tekst: Lander Deweer Foto’s: Karoly Effenberger

“Het is de eerste keer dat ik erover praat”, zegt Stijn Steels. “Maar ik denk nog elke avond aan die dag terug. Ik kan die dag zo navertellen, ik heb hem al honderden keren opnieuw beleefd.”

Op 8 april 2018 is Steels een van de 175 deelnemers aan Parijs-Roubaix. Hij rijdt in dienst van Veranda’s Willems-Crelan, een klein Belgisch team dat een wildcard heeft gekregen. Kopman Wout Van Aert heeft moeiteloos de stap van het veld naar de weg gezet en droomt van een zege in Roubaix. Hij krijgt de hulp van Stijn Steels en nog vijf ploegmaats: Dries De Bondt, Stijn Devolder, Michael Goolaerts, Aidis Kruopis en Senne Leysen.

“Het voorjaar van 2018 voelde aan als een jongensdroom die uitkwam”, zegt Senne Leysen. “Michael en ik waren boezemvrienden, al van bij de beloften. Hij was twee jaar ouder, ik zag hem als mijn grote broer. We hadden er dikwijls over gefantaseerd hoe het zou zijn om samen de klassiekers bij de profs te rijden.”

Stijn Steels: “Michael wilde zich bewijzen. Hij was in topvorm. In De Ronde de week ervoor zat hij in de lange vlucht en Roubaix was zijn lievelingskoers.”

Michael Goolaerts Hotel Oceania 2 Kopie

Glory days

De dag begint vroeg voor de renners van Veranda’s Willems-Crelan. Ze worden wakker in hotel Oceania in Roissy, naast de luchthaven Charles de Gaulle in de noordrand van Parijs. In kamer 110 stapt Michael Goolaerts opgewekt uit bed. Hij is 23 en klaar voor zijn eerste Parijs-Roubaix bij de profs. Met zijn vaste kamergenoot Senne Leysen maakt hij wilde plannen.

Senne Leysen: “Nadat hij uit de douche kwam, zei hij: ‘Wees gerust. Ik zal wel zorgen dat ik in de vroege vlucht zit, dan kom ik de hele dag in beeld.’ Jongens onder elkaar, je kent dat wel.”

Goolaerts en Leysen nemen de lift naar de lobby. Aan de ontbijttafel merken ze eerst de spanning op de gezichten van hun ploegmaats en dan pas de slappe pasta op tafel.

Stijn Steels: “Echt lekker was het eten niet. En dat we met Wout een potentiële winnaar in onze rangen hadden, bezorgde iedereen duidelijk stress.”

Leysen: “Roubaix was mijn eerste monument en we wisten dat Wout geweldig aan het rijden was. Ik keek er enorm naar uit.”

Met de teambus gaat het 60 kilometer noordwaarts naar het Paleizenplein in Compiègne, waar om 11 uur het startschot zal weerklinken. Onderweg geeft ploegleider Michiel Elijzen zijn renners nog een laatste briefing. “Heel kort, want de avond ervoor hadden we de tactiek al uitgebreid besproken. De sfeer in de bus was uitgelaten. Roubaix was de laatste koers van onze voorjaarscampagne. Nog een keer alles geven en daarna was het gedaan.”

Steels: “Ik lag in het slaapcompartiment achterin. Michael zat naast de buschauffeur. Na een tijdje begon hij muziek te draaien, hij was de vaste dj van onze ploeg. Meestal zette hij domme Vlaamse schlagers op. Ik plaagde hem er graag mee.”

Vandaag komt ook Glory Days voorbij, van Bruce Springsteen.

Well time slips away and leaves you with nothing, mister, but boring stories of

Glory days (well they'll pass you by)

Glory days (in the wink of a young girl's eye)

Glory days, glory days.

Michael Goolaerts Roubaix1

De Zwanezang

In Hallaar, een deelgemeente van Heist-op-den-Berg, maakt Jan Van Loo zich op voor een lange dag voor zijn tv. De buurman van de familie Goolaerts is al jaren de grootste fan van Michael, al van bij de aspiranten. “Ik spaarde zijn truitjes en drinkbussen, zijn petjes en musettes. En over elke koers die hij reed, schreef ik een kort verslag. Hij had een ongebreidelde aanvalsdrift en een grote motor. Michael was oersterk.”

Op Mallorca vertrekt veldrijder Laurens Sweeck voor een duurtraining van vier uur in de ochtendzon. Zijn winterseizoen zit er al een tijdje op, maar hij wil zijn basisconditie op peil houden. Samen met Lennert Hoefkens heeft hij op eigen initiatief een korte stage ingelast. Sweeck en Hoefkens maken deel uit van De Zwanezang, een trainingsgroep van renners uit de Zuiderkempen. Ook Michael Goolaerts sluit zich regelmatig bij hen aan.

Laurens Sweeck: “’s Ochtends had ik Michael nog gehoord. In het WhatsAppgroepje van De Zwanezang had hij geschreven dat hij er veel zin in had. ‘Zie maar dat je de uitzending haalt’, had ik teruggestuurd. Om te lachen natuurlijk.”

In Compiègne speldt Michael Goolaerts zijn rugnummer op. Op de achtste dag van de vierde maand gaat hij van start met het nummer 84. Hij groet zijn ouders, zijn broer en zijn manager Jef Van den Bosch, die de wedstrijd ter plekke zullen volgen.

Jef Van den Bosch: “Michael was in volle concentratie voor de wedstrijd. Ik heb hem succes gewenst en hop, hij was vertrokken. Het moest een schitterende dag worden.”

Het peloton trekt zich op gang, klaar voor 257 kilometer, waarvan 54 over kasseien. Op de hoofdtribune van de wielerpiste in Roubaix nemen Karl Vannieuwkerke en Michel Wuyts het woord in hun commentaarcabine. “Goedemorgen dames en heren, welkom bij de 116de editie van Parijs-Roubaix.”

Michiel Elijzen: “Michael moest bij Wout blijven en hem in aanloop naar het bos van Wallers naar voren brengen. Hij had een enorme turbo, daarom lieten we hem steeds vaker sprints aantrekken. Hij ging ook goed over kasseien, in principe mocht hij dus niet in de problemen komen.”

Na amper 35 kilometer ontstaat een vroege vlucht met onder meer Jelle Wallaeys en Silvan Dillier. Hun voorsprong groeit groeit snel tot meer dan acht minuten.

Leysen: “Het was een typische start van Roubaix: heel snel, heel chaotisch. Iedereen probeerde in de vroege vlucht te zitten, maar toen er eindelijk een groepje wegraakte, zat ik er niet bij. Vloeken.”

Steels: “Van de eerste twee uur herinner ik me vreemd genoeg niets meer.”

Leysen: “Net voor de eerste kasseistrook reed Michael me voorbij. ‘Komaan’, zei hij. ‘We moeten naar voren.’”

Steels: “Pas vanaf de laatste kilometers voor de eerste kasseistrook heb ik opnieuw beelden in mijn hoofd. Ik moest minutenlang vol in de wind op kop van het peloton sleuren, om Wout vooraan te brengen. Eigenlijk was dat Michaels taak. Maar om de een of andere reden was Michael er niet en moest ik Wout helpen opschuiven. Een zware inspanning, waarmee ik mijn eigen koers aan het verpesten was. Ik was pissed op Michael.”

Op de eerste van 29 kasseistroken komt het tot een valpartij. Zowel Stijn Steels als Senne Leysen smakken tegen de grond.

Steels: “Terwijl ik overeind aan het krabbelen was, passeerde Michael mij: ‘Komaan hè, Steelske!’ riep hij. ‘Terug op de fiets!’ Mijn kwaadheid van een minuut eerder was direct weg. Sowieso kon je op Michael nooit lang kwaad zijn. Hij was een crème van een gast, altijd goedgezind.”

Leysen: “Ik lag een paar meter achter Stijn op de grond. Michael had de valpartij nog net kunnen ontwijken.”

(Het volledige artikel leest u in Bahamontes 25 - De Hel.)

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief