De startbeelden van die 17de maart doen denken aan een langlaufmarathon in Garmisch-Partenkirchen. De renners zijn dik ingeduffeld met wintervesten, mutsen, buffs om de nek, beenstukken, schoenovertrekjes en neopreen handschoenen. Bij Lotto-Soudal zijn ze die laatste in allerijl nog gaan kopen in de plaatselijke Decathlon. Het is een mager graadje of 5, de gure noordooster snijdt door merg en been, de camera wordt besmeurd met wazige regenstipjes en er staan 298 eindeloze kilometers koers op het menu. Door de Po-vlakte, waar de wind vrij spel heeft; over de Turchino, waar sneeuw wordt voorspeld; langs de Ligurische kust, waar de wineterklammigheid nog op de korrelige wegen plakt. Aan de finish in Sanremo zitten Michel Wuyts en Karl Vannieuwkerke te kleumen in hun commentaarcabine. Ze zien hoe straatverkopers gouden zaken doen. 15 euro voor een kleine paraplu, 25 voor een grote.
De dag voor de koers hebben ploegleiders gepleit voor een annulatie, vanwege de aangekondigde sneeuw. Tevergeefs. Organisator Mauro Vegni staat bekend als een onmens die geen gram medelijden heeft met de renners. Weer of geen weer, de aapjes in het circus zullen dansen. Wie protesteert, krijgt te maken met intimidatie en rancune. Vraag maar aan het Giro-peloton van 2020. Maar dat is een ander verhaal.
“Voor de start voelde je de nervositeit”, zegt Erik Dekker, toen ploegleider bij de Nederlandse formatie Lotto-Jumbo. “Nat en koud is een vreselijke combinatie om 300 kilometer door te fietsen. Zeker in Milaan-Sanremo waar je 250 kilometer niks zit te doen, voor je echt kunt beginnen. Op de bus maakten de renners elkaar gek met hun kledingkeuzes. Sommigen veranderden zeventien keer van gedacht.”
“Ik zie Tom Boonen nog in korte broek uit de bus komen”, zegt Johan Vansummeren die voor Garmin-Sharp uitkwam. ‘Wat ga jij doen, man?’ Maar Tom was niet te vermurwen. ‘Die beenstukken worden toch maar nat van de regen. Dan plakken ze op je huid en krijg je het pas echt koud.’ In het tweede deel van de koers hebben we hem niet meer gezien.”
Boonen herstelt van een bacteriële infectie en wil vooral kilometers malen ter voorbereiding van de kasseiklassiekers. Zijn ploeg mikt op aanvaller Sylvain Chavanel en de snelle benen van Mark Cavendish. De absolute topfavoriet is Peter Sagan die in dat prille seizoen al vijf streepjes achter zijn naam heeft gezet, waarvan twee imponerende ritzeges in Tirreno-Adriatico. Zijn grootste uitdager is Fabian Cancellara. De eergierige Zwitser ergert zich aan Sagans ‘arrogante’ zegegebaren en wil hem graag een lesje leren. De dark horse van de insiders is Gerald Ciolek, die na enkele teleurstellende seizoenen onderdak heeft gevonden bij het nieuwe Afrikaanse MTN-Qhubeka. Ciolek is het profpeloton langs de grote poort binnen gekomen. Op zijn 18de werd hij verrassend Duits kampioen, in een sprint tegen Erik Zabel. Een jaar later pakte hij de wereldtitel bij de beloften. T-Mobile schotelde hem meteen een vet contract voor, maar volgens ex-ploegleiders is dat achteraf een vergiftigd geschenk gebleken. Ciolek moest de nieuwe Zabel worden, die de puntentruien en ritzeges opstapelde en kon scoren in de klassiekers. Maar de bedeesde Duitser had het moeilijk met die hoge verwachtingen. Bij Team Columbia moest hij bovendien afrekenen met interne concurrentie van Cavendish en Greipel. Bij Team Milram en Quick-Step werd hij na vier ondermaatse seizoenen afgeserveerd, wegens te lui en te eigenwijs. Bij Qhubeka pakt de mayonaise plots wel. Zijn seizoenstart belooft veel goeds: vijfde in de Trofeo Laigueglia, een ritzege in de Driedaagse van West-Vlaanderen, twee keer top 5 in Tirreno-Adriatico.
“Gerald koesterde revanchegevoelens”, zegt zijn vriend en toenmalige ploegmaat Alexander Stauff. “Hij wou iets bewijzen tegenover de grote ploegen die hem al hadden afgeschreven. Bij MTN-Qhubeka was Gerald de enige kopman, maar er werd niet verwacht dat hij overal zou winnen. Op de eerste ploegmeeting zeiden ze ons dat het hoofddoel charity was: publiciteit maken voor het Qhubeka-project, dat zo veel mogelijk Afrikaanse kinderen een fiets wilde geven. Die underdogrol paste Gerald perfect.”
“Na mijn vijfde plaats in Laigueglia stond de teamleiding bijna te dansen van vreugde”, lacht Ciolek. “Als ik bij Quick-Step vijfde werd, zeiden ze: ‘Niet slecht, maar hopelijk win je volgende keer.’ Mijn nieuwe ploeg gaf me ook de vrijheid om mijn eigen trainingen en programma uit te stippelen. Dat werkte. In maart vloog ik. Van het slechte weer had ik geen schrik. De weken voordien hadden we ook veel gekoerst in de kou. Ik kon daar tegen.”