In Sanremo is het niet alleen voorjaar in de lente, maar ook in de zomer, herfst en winter. In de jaren 20 van de vorige eeuw plaatste het stadsbestuur op de chique westelijke kustpromenade zelfs een standbeeld voor de lente, Primavera, een vrouw in een zwierige zomerjurk met een bloemenslinger die haar gezicht naar de zon heft. In dit stukje Italië heerst een aangenaam en mild microklimaat, uniek voor de Ligurische kust. Het is dan ook geen verrassing dat de baai van Sanremo een van de oudst bewoonde gebieden van Europa is. Lang voordat hier wielrenners kwamen, leefden er al neanderthalers.
Dat de voorjaarsklassieker Milaan-Sanremo de bijnaam La Primavera draagt, is natuurlijk niet toevallig. Het parcours zelf is een reis van de winter naar de lente. Op maartse dagen is het in Lombardije en Piëmont vaak kil, grijs en mistig en ligt de Turchino, met zijn 591 meter het hoogste punt van de koers, nog bedolven onder sneeuw. Maar eenmaal de Apennijnen over lonkt de Ligurische Zee in de verte. Zon, strand en palmen lokken de renners het voorjaar in. Milaan-Sanremo – niet alleen La Primavera, maar met haar 300 kilometer ook la prima vera, de eerste échte koers van het jaar – staat al sinds de eerste editie in 1907 symbool voor een nieuw begin. Zoals in het voorjaar planten, bomen en dieren wakker worden uit hun winterslaap, zo ontwaakt in maart het wielerseizoen. Dat gaat bij zowel renners als fans gepaard met frisse hoop en haast onbedwingbare opwinding. Wie langs het parcours staat en goed luistert, herkent in het gezoef van de banden het Italiaanse woord risveglio: ontwaken, opleving.
Op een kruispunt in de buurt van het Forte Santa Tecla, in de 18de eeuw gebouwd door de Genuezen en later gebruikt als gevangenis, staat een man die geen haast lijkt te hebben. Hij heeft lichtgrijs haar en zijn kobaltblauwe bril staat zo scheef dat het bijna de bedoeling lijkt. “Geen foto maken hoor, ik heb mijn haar niet gekamd!” zegt hij vrolijk, knikkend naar de camera om mijn nek. Hij heet Giuseppe. “Iedereen hier leeft van het beroemde liedjesfestival en van Milaan-Sanremo”, vertelt hij. “Hotels, bars, restaurants, het casino, de gemeente. De koers zelf is er maar één dag natuurlijk, maar de voorbereidingen leveren werk op en het opruimen daarna ook. En de ploegen zijn een paar dagen in de stad.” Er verschijnt een ironische grijns op zijn gezicht. “Milaan-Sanremo betekent veel geld voor iedereen, maar niet voor mij.”