Wij gebruiken cookies
L1009817
leesvoer

Pantani in België

Sporen van een klimmer in het vlakke land

Het leven van Marco Pantani was niet altijd moeilijk, tragisch of uitzichtloos. Zo sloten de inwoners van Geraardsbergen op een zachte zomeravond in 1995 de Italiaanse renner liefdevol in hun hart. We zoeken de sporen van de Italiaan in België: van de Kapelmuur over Aiseau en Zelzate tot Chaam, net over de Nederlandse grens.

Tekst: Luc Kempen Foto’s: Jelle Vermeersch

De Tour de France van 1995 was net aangekomen op de Champs-Elysées toen Willy De Smet telefoon kreeg. Roland Bruylandt, secretaris van de Koninklijke Sportkomiteit Viane, één van de grootste wielerclubs uit de Denderstreek, organiseerde het wielercriterium van Geraardsbergen en vroeg De Smet of hij dinsdagnamiddag, enkele uren voor de start van de wedstrijd, de grote trekpleister Marco Pantani wilde afhalen op de luchthaven van Zaventem. De Smet, ex-wielrenner en al tien jaar chauffeur bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers in Brussel, twijfelde geen moment. Hij had Charles-Ferdinand Nothomb, de voorzitter van de Kamer, talloze keren veilig en wel van Brussel naar het uiterste puntje van Luxemburg gereden. Ook Herman De Croo en Jos Dupré zwaaiden met lof naar hem. De Smet sprak weliswaar geen Italiaans, maar als je vlot van Spaans naar Engels kunt overschakelen en weer terug naar Frans, was je de geknipte man om de ster van de afgelopen Tour welkom te heten in België. Pantani was de enige renner geweest die heel even de verpletterende, maar saaie dominantie van Miguel Indurain had kunnen doen vergeten.

De Smet had zich voorgenomen tegen Pantani niet te beginnen over zijn eigen wielerloopbaan. Die duurde ook veel korter dan voorzien. “Ik debuteerde in 1981 als prof bij Boston-Mavic voor kopman Lucien Van Impe. Maar nog voor het einde van het seizoen was Boston failliet. Ik verdiende toen 350.000 frank (9.000 euro) bruto per jaar. Op een dag kwam Lomme Driessens onderhandelen over een transfer naar Boule d’Or, waar Daniël Willems en Freddy Maertens kopman werden. Ik eiste 450.000 frank, maar daar kon volgens Driessens geen sprake van zijn. Die wou niet hoger gaan dan 350.000 frank. Gevolg: einde loopbaan.”

Zo verzeilde de onbuigzame De Smet in het zevenkoppige team van chauffeurs dat dag en nacht uitrukte voor het kruim van de Belgische politiek. “Ik reed elk jaar 80.000 tot 100.000 kilometer en ik ben meer dan 30 jaar chauffeur geweest. Ik heb miljoenen kilometers afgelegd in België en nooit één ongeval gehad. Niemand kan beter mensen inschatten dan ik. Als Pieter De Crem na een lange werkdag in mijn auto stapte, kon hij eindelijk vrijuit babbelen over de koers en de vrouwen. Hetzelfde gold voor Bart Tommelein of Joseph Michel, die andere toppoliticus uit de Gaume.”

Toen De Smet die bewuste dag zijn dienstauto voor het luchthavengebouw in Zaventem parkeerde en vrijwel meteen op Pantani stuitte, had hij het direct gezien: deze jongen deugt. “Je hebt mensen die je met rechte rug en geheven hoofd opwachten en nadat ze je al dan niet een hand hebben gegeven subtiel naar hun koffer knikken. Zo was Pantani helemaal niet. Hij stelde zich beleefd voor, droeg zelf zijn valies naar de auto en kwam naast mij op de passagierszetel zitten.”

Maar het gesprek vlotte niet. In tegenstelling tot De Smet was Pantani geen praatvaar. “Sprinters, zoals ik, en klimmers, dat zijn twee uitersten, hè”, zegt hij fijntjes. “Die hebben elkaar doorgaans niet zo veel te vertellen. Geen probleem, ik koester de herinnering. Pantani is de enige renner waarvoor ik ooit een dag vakantie heb genomen om hem van dienst te kunnen zijn.”

L1009739

Achter de bierkraan

2002 was het laatste jaar dat Pantani in België opdook, voor het dubbelluik ‘Waalse Pijl - Luik-Bastenaken-Luik’. Het werd een afknapper van jewelste. Op de Muur van Hoei kwam hij, omringd door zijn overgebleven Mercatone Uno-ploegmaats, als 81ste over de finish, op bijna 6 minuten van winnaar Mario Aerts. In La Doyenne stapte hij onderweg af, ook nu weer geëscorteerd door een handvol discipelen. Dat zou het beeld worden dat zo hardnekkig over die laatste fase van zijn wielercarrière hangt: Pantani afgeschermd door zijn laatste Italiaanse vertrouwelingen, met zonnebril en niet meer te bewegen tot enig commentaar. Zelfs Patrick Lefevere, die er in de winter van 1998 door zijn Mapei-baas op uitgestuurd werd om Pantani te strikken voor het daaropvolgende seizoen, geraakte niet door het pantser. “Ik werd door de ene duistere figuur na de andere afgewimpeld. Waanzin.”

Pantani’s laatste opleving, in de zomer van 2000, werd afgesloten met een smakelijk toetje 3 kilometer over de Belgisch-Nederlandse grens. Na zijn beruchte uitsluiting in de Giro van 1999 had hij geen wedstrijd meer gereden tot hij op 13 mei 2000 aan de start van de Giro verscheen in…Vaticaanstad. Tussen de proloog, die hij net binnen de tijdslimiet beëindigde, en zijn laatste grote overwinning, in de Tour op Courchevel, zaten exact twee maanden. Geen mens weet precies wat er allemaal nodig was om dat voor elkaar te krijgen. Maar drie dagen na die Tour – die hij niet uitreed – kwam hij wel de afspraak na om twee criteriums te rijden. Op dinsdag in Stiphout en op woensdag in Chaam, een Nederlands dorp dat grenst aan Hoogstraten. Pantani ‘won’ ze allebei. Léon van Bon was tweede in Chaam: “Pantani was misschien moeilijk benaderbaar en in zichzelf gekeerd, maar dat was ik tijdens mijn wielercarrière ook. En in Nederland of België had hij niet zoveel te zoeken. Dat zorgde wellicht ook voor afstand. Vergeet niet dat voor Italianen de Ronde van Piemonte nog altijd veel belangrijker is dan Nokere Koerse.”

Makelaar en ex-renner Gerrie van Gerwen bracht de vriendelijke, ietwat bedeesde renner in zijn auto naar die kleine Nederlandse dorpjes. “Hij was wel verslaafd aan applaus en succes, dat merkte je. Qua status stond toen eigenlijk alleen Armstrong boven hem. Lance was de vleesgeworden onvoorspelbaarheid, maar met Pantani kon je goede afspraken maken.”

Chaam zou 25.000 euro neertellen voor de komst van Pantani en één ploegmaat, de onbekende Ermanno Brignoli. Van Gerwen: “Armstrong was op dat ogenblik quasi onbetaalbaar voor de Belgische en Nederlandse criteriums. Ik heb Armstrong in 2003 aan de start kunnen brengen van het criterium van Dortmund. Dat kostte de organisatie toen 125.000 euro.”

In Chaam zou Pantani zijn rol als publiekstrekker met verve vervullen. De permanence lag die dag net als alle andere jaren in de lokalen van de voetbalclub Chaam VV. En daar liet Il Pirata zich gewillig fotograferen, tot zelfs achter de bierkraan van de kantine toe. “Hij ging helemaal op in dat enthousiasme”, aldus Theo van der Westerlaken van de organisatie.

Twee uur na dat verplichte nummer in de kantine overschreed Pantani met kleine voorsprong als eerste de finishlijn in Chaam en stak zijn twee armen enthousiast in de lucht.

(Het volledige artikel over Pantani in België leest u in Bahamontes 24 - Ciao Marco)

L1000077

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief