Wij gebruiken cookies
A Primozroglic Gertjandebaets 029
leesvoer

Primoz Roglic

Van schansspringer tot wielrenner

146,5 meter. Zo ver kliefde Primoz Roglic ooit door de lucht. Maar toen de Sloveen besefte dat hij in het schansspringen nooit bij de allerbesten zou horen, koos hij voor de fiets. Zes jaar later is hij in de koers wél de nummer 1 van de wereld.

Tekst: Jonas Heyerick Foto's: Gert-Jan De Baets

Dinsdagmorgen 11 uur, het hoofdkwartier van de Nederlandse supermarktketen Jumbo in Veghel. We hebben een interviewafspraak met Wout Van Aert, een van de vele speerpunten van Jumbo-Visma. Persman Ard Bierens komt even binnen om zich ervan te vergewissen dat alles loopt zoals gepland. Al snel gaat het over het interview met Primoz Roglic, dat de volgende dag op de agenda staat. Dat ik me geen zorgen moet maken over de beschikbare tijd, zegt Ard, maar eerder over de welbespraaktheid van hun kopman. “Primoz is sowieso niet de meest spraakzame. En soms heeft hij er ook geen zin in.” Dat kan tellen als waar- schuwing. Het sms’je van een collega diezelfde avond ook: ‘Zorg maar dat je genoeg vragen voorbereidt. Hij antwoordt nogal kort.’ En: ‘Een uur interview? Amai, hij heeft maar een focus van een kwartier.’ Blijkt dat allemaal wel mee te vallen...

Woensdagmiddag 13 uur, het restaurant van een chique golfclub in Nistelrode. Hier blaast Jumbo-Visma verzamelen voor een laatste teamdag alvorens iedereen op een welverdiende vakantie vertrekt. Primoz Roglic schudt ons de hand. Messcherp en frêle, met de kaaklijn en contouren van een Griekse God. Van het beeld van de robuuste geweldenaar met de massieve dijen blijft weinig over als je de Sloveen in trainings- broek en slobbertrui ziet. Hij heeft een geel, kartonnen bord bij, uitgesneden in de vorm van een koerstrui, met bovenaan zijn naam, netjes in hoofdletters uitgetikt. Op dat bord staat Roglic’ persoonlijke dagprogramma. ‘9u: ont- vangst. 10u – 10u45: kick off 2020. 10u45- 11u15: 2020 and beyond. 11u15 – 11u45: Foodcoach.’ En dat gaat zo maar door, van het een naar het ander, met in de namiddag nog een masterclass golf en ’s avonds om 19 uur een celebration dinner, eindigend met een fuif. Einde van de dag: 23 uur. Niet verwonderlijk dus dat Primoz Roglic weinig enthousiast voor ons zit. Al is meteen duidelijk dat hij zijn best doet. Hij antwoordt naar best ver- mogen in het Engels, een taal die de zijne niet is. “Ik ben moe. Doodop zelfs. Dat dit maar allemaal zo snel mogelijk voorbij is. Dan kan ik eindelijk rusten.”

Dat rusten zal hij toch nog even moeten uitstellen. De dag na ons inter- view vertrekt Roglic nog naar Japan, waar hij de te vermoeide Alejandro Valverde moet vervangen in het Saitama Criterium, een lucratieve vedetten- parade die het seizoen afsluit. Pas daarna is het ook voor Roglic eindelijk off season. Denk daarbij niet aan hagel- witte stranden, azuurblauwe zwem- baden of fancy hotelkamers in Dubai,de Malediven of Hawaï. “Ik blijf thuis in Slovenië. Vakantie in eigen land, in eigen huis zelfs, dicht bij mijn vrouw en zoontje, dicht bij vrienden en familie. Ik reis al het hele jaar door de wereld rond, ik zie al genoeg luchthavens, vliegtuigen en hotelkamers.”

Primozroglic Gertjandebaets 014

In 2006, hij was 16, pakte Roglic de zilveren medaille in de landen- competitie op het WK schansspringen bij de juniors. Een jaar later werd het zelfs goud. Maar datzelfde jaar ging het ook grondig fout. Googel de woorden ‘Roglic’, ‘crash’ en ‘ski’ en huiver. Je ziet beelden waarop de jonge Sloveen de schans van Planica in zijn geboorteland afsuist. Je ziet hem door de lucht klieven, uit evenwicht raken, molenwieken met zijn armen, keihard crashen en tientallen meters als een levenloze pop verderschuiven. Hallucinante beelden, waarbij je je afvraagt: hoe heeft hij dat in godsnaam zonder zware breuken overleefd? Daar heeft Roglic niet meteen een antwoord op. Hij weet wel waarom hij die dag zo zwaar gecrasht is. In een reportage voor Eurosport ging hij terug naar de piste in Planica en toen verwoordde hij het zo: ‘Ik was nog jong. Ik had te weinig respect en te weinig angst voor de schans en voor de sprong. Die vergissing heb ik nadien nooit meer gemaakt.’

De horrorcrash is trouwens de oorzaak van een broodjeaapverhaal over Roglic dat steeds vaker de ronde doet. Dat hij alleen maar renner werd nadat hij noodgedwongen op de fiets kroop om te revalideren na die zware crash en dat hij toevallig heel goed bleek te kunnen fietsen. Roglic schudt het hoofd. “Die versie klopt niet. Na die zware crash heb ik nog een paar jaar aan schansspringen gedaan. Pas toen ik meer dan drie jaar na die crash besefte dat ik nooit bij de beste schansspringers ter wereld zou horen, nooit een olympische medaille zou winnen, noch wereldkampioen zou worden, ben ik beginnen te fietsen. Ik was toen al 22. Ik zag die zomer een paar ritten van de Tour de France, en dacht: ‘Wow, dat is cool. Dat wil ik ook.’

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief