We rijden graag naar dorpjes die eeuwig tussen haakjes vermeld worden, bijvoorbeeld naar (Carrick-on-Suir), in alle wielergidsen achter Sean Kelly’s gekleefd. Zoals (Kanec) bij Pogacar hoort en (Yffiniac) bij Bernard Hinault. Wat er bij Eddy Merckx staat, schrijven we niet nog eens. Dat is parate kennis. Het zijn de geboorteplaatsen van de grootste kampioenen. Zonder Willy Teirlinck kende niemand (Teralfene).
Maar op deze verregende septemberzaterdag rijden we vanuit Dublin een andere richting uit. Naar Oranmore, een dorp aan de andere kant van het eiland, Ierland doorkruisend als met een scalpeermesje. Oranmore ligt er met het gezicht naar de baai van Galway gericht. Van hier moeten vissers de zee opgevaren zijn, hier spoelde Kelly een jaar of acht geleden aan. Zijn huwelijksboot met Linda was gestrand, hij liet Carrick-on-Suir achter zich. In zijn vrachtruimte gingen trofeeën, linten, bekers, truien, fietsen en zijn hele palmares.
En nu we, het dorp door en anderhalve kilometer zijn straat in, toch nog even zijn huis zoeken (“ze hebben geen nummers”) is er tijd om de hoogtepunten van zijn carrière op te sommen. Voor de min-veertigers: Kelly won twee keer Parijs-Roubaix, drie keer de Ronde van Lombardije, twee keer Milaan-Sanremo, twee keer Luik-Bastenaken-Luik, zeven keer Parijs-Nice, één keer de Vuelta, één keer de Ronde van Zwitserland en vier keer de groene trui in de Tour. Dit allemaal tussen 1982 en 1992. Tel daar nog vijf profjaren voor en twee na en je komt aan 193 overwinningen. Over de spijt over wat ontbreekt, vertelt hij straks. Want daar staat hij nu, in de verte, aan de poort voor zijn huis. Beschut in zijn grote wagen. Niet dat de voordeur ver weg is, we schatten 30 meter. Maar eens renner, altijd renner: Sean Kelly wil niet ziek worden.
“Morgen fiets ik de Sean Kelly Three Counties Cycle in Limerick”, zegt hij. “Het is een charity ride voor mensen met het syndroom van Down. Ze verwachten me vanavond al in Limerick, alleen daarom moet ik straks op tijd vertrekken.”
Niet getalmd: binnen, op Crocs, zet hij een kopje Barry’s Tea voor fotograaf Károly. Uit een rode doos. In Ierland, het boek van Peter Vandermeersch, hebben we net gelezen dat je in dit land letterlijk kleur bekent met de keuze van je theemerk. Welke is de echte Ierse thee? Barry’s of Lyons? Sommigen zeggen dat dit de échte burgeroorlog is. ‘Het verdeelt families, zet relaties onder druk en breekt vriendschappen op’, schrijft Vandermeersch.