In het allereerste nummer van Bahamontes stond het zo: ‘Januari 2013. Gab, Tiesj’ vader, trekt zijn laarzen aan en sluit de hogedrukreiniger aan op de waterkraan. Tiesj kijkt toe. Op zijn rug spatten modder, op zijn gezicht geen spat verval.’ Onze reporter Matthias Declercq portretteerde zeven jaar geleden drie jonge kerels – Florian Vermeersch, Simon Claeys en Tiesj Benoot, respectievelijk 13, 15 en 18 jaar oud – die toen al leefden op het ritme van de derailleur. ‘Prinsen van de Koers’ stond er boven het artikel. De oudste van die drie stapt nu op ons af in de lobby van het Van der Valk Hotel langs de snelweg in Nazareth. De prins is koning geworden.
Tiesj begroet ons met een stevige handdruk. Hij staat messcherp, net als zeven jaar geleden. Wat Matthias toen over hem schreef, gaat nog steeds op. ‘Wat opvalt zijn z’n smalle contouren. Benoot is een twijg. Geen stronken van dijen, dat niet. Pezig, geen gram vet. Iel, dat dus wel. Beetje Ballan.’
Alessandro Ballan is intussen al lang gestopt, en Tiesj Benoot begint aan zijn zesde profjaar. Hij struint hier rond in vol koersornaat en het is even wennen. Het vertrouwde tenu van Lotto-Soudal is weg. De basiskleur, rood, is weliswaar dezelfde gebleven, maar op de borst prijkt nu Sunweb. Kansspelen ingeruild voor een reisbureau. Zo dadelijk vertrekt Tiesj met acht ploegmaten op training naar de Heilige Grond. “We verkennen de laatste 100 kilometer van de Ronde van Vlaanderen voor ik drie weken op hoogtestage vertrek naar de Teide. Ik kom pas terug net voor de Omloop.”
De ploegleider roept, schoenen klikken in pedalen, de Sunweb-sliert trekt zich op gang. Fotograaf Dimitri Van Zeebroeck springt achterop bij motard Stijn Van Hoey. Bahamontes in het wiel van Benoot. Bam! 160 kilometer later zijn Tiesj en co terug, verkleumd, ijspegels in de baard, bevroren voeten en vingers. Koffie is het eerste antivriesmiddel.