Wij gebruiken cookies
Jl Jaagpad Dscf8328
leesvoer

Wielermeditatie aan een tuinmuur

Buurmannen palaveren over koers

Hoe langer de quarantaine duurde, hoe zonniger de dagen werden. Tot grote opluchting van Bahamontes’ medewerkers Rik Van Puymbroeck en Luc Kempen, wier tuinen al twintig jaar aan elkaar grenzen. In een voorjaar zonder Oude Kwaremont, Bos van Wallers of Roche aux Faucons spraken de buurmannen geregeld af aan hun betonnen schutting om over de koers te mijmeren, het gemis aan rechtstreekse uitzendingen te relativeren, maar toch vooral, hun geheugen te trainen: “Wie niets weggooit, vindt alles terug.”

Tekst: Luc Kempen Foto's: Diego Franssens

In mijn herinnering gebeurde het in de zomer van 1999. Zoals Jip op de eerste pagina van het legendarische Jip & Janneke van Annie M.G. Schmidt verveelde ik mij in die dagen steendood en besloot ik de tuin achter het nieuwe huis grondig te onderzoeken. Woekerende plantensoorten, verweerde prieeltjes en verschrompelde fruitboompjes hadden daar een puinhoop van jewelste veroorzaakt. Aan de zijkant stond een meterslange betonnen muur, net laag genoeg voor nieuwsgierigen om er hun eigenaardige verlangens op bot te vieren. Achter die hindernis bevond zich een tiental tuinen, sommige keurig aangeharkt, andere vol bomen en struiken waardoor soms onduidelijk was wie dan wel al die buren konden zijn. Eentje herkende ik snel, omdat hij voor Limburgers een vertrouwd gezicht was. Rik reisde in de jaren 90 voor het Belang van Limburg het wielerpeloton achterna, ik verkeerde maar bij tijd en wijlen in dat bijzondere milieu. De afgelopen twintig jaar kwamen wij zelden bij elkaar over de vloer, maar op straat zwaaiden wij wel altijd enthousiast naar elkaar. Soms volgde zelfs een lang gesprek dat dan meestal alle richtingen uitging.

Toen midden maart de hele wielerkalender geschrapt werd, ontstond er een plan. Van de talloze uren die nu vrijkwamen, konden we er misschien een fractie afspreken aan weerskanten van onze muur, met respect voor de nieuwe sociale regels, uiteraard. Soms ging er een mail over en weer, maar vaak draaide het toch uit op mijmeren over de koers. Een vorm van wielermeditatie, terwijl rondom ons het onkruid alle kanten uitschoot en de avondzon onze herinneringen in het juiste patina kleurde.

24 MAART, CHAMPAGNEGLAZEN

LUC: “Zeg Rik, geen idee hoe ons brein precies werkt, maar ook nu overkomt het me toch nog vaak dat ik ineens in de koerswereld beland. Ik ben De Flard aan het lezen, een boek van de Franse journalist Philippe Lançon. De Parijzenaar overleefde begin 2015 ternauwernood de aanslag op Charlie Hebdo en beschrijft uiterst minutieus zijn langzame herstel. Al op pagina zeventien is het prijs, want voor de aanslag verplaatste Lançon zich blijkbaar op een Luis Ocaña-fiets. Hij vertelt dat hij die fiets pas volop is gaan gebruiken toen Ocaña, die in 1973 de Tour won, zich in mei 1994 te midden van zijn wijngaarden in Zuid-Frankrijk een kogel door het hoofd schoot.”

“Die zelfmoord stond me nog helder voor de geest, maar ik was wel vergeten dat Ocaña zich in zijn laatste levensjaren had ontpopt tot een fanatieke aanhanger van het Front National. Mijn reflex is dan: boek aan de kant en weer enkele minuten in het spectaculaire leven van Ocaña duiken. Zo las ik dat hij in 1988 een lange ontmoeting had met Jean-Marie Le Pen in Parijs en dat verschillende Franse topsporters hadden aangekondigd daar ook te zullen verschijnen. Uiteindelijk bleek de renner de enige te zijn die was komen opdagen. Nooit geweten dat Ocaña er zulke conservatieve denkbeelden op nahield en zich na zijn carrière helemaal had afgekeerd van zijn geboorteland Spanje. Dat was in zijn ogen na de dood van Franco op korte tijd helemaal verknoeid.”

“Maar hey, laten we het vrolijk houden, want wat lees ik in het boek van Lançon? Dat de kans miniem is dat hij de sterfdatum van Ocaña ooit vergeet, want uitgerekend op die dag was hij op weg naar de luchthaven van Madrid om Marilyn uit Cuba af te halen, de vrouw met wie hij enkele weken later in het huwelijk zou treden. Heb jij een hoogdag in je leven die voor altijd gelinkt is aan een wielergebeurtenis?”

RIK: “Ja, Luc. Ik ben getrouwd op 19 maart 1994, de dag waarop Giorgio Furlan Milaan-Sanremo won. ’s Avonds omstreeks elf uur arriveerde Walter Godefroot, die toen ploegleider was van Telekom, alsnog op ons feest in Zulte. Hij was daar niet zozeer omwille van mij, wel omdat mijn schoonvader altijd zijn huisdokter was geweest. Omdat wielerploegen in de jaren 70 nog geen Yvan Vanmols hadden, was hij dus de dokter bij wie Walter eens per jaar op controle moest. Na afloop van zijn carrière spraken mijn schoonvader en Godefroot jaarlijks af voor een etentje. A propos, Walter schonk ons die avond als cadeau zes champagneglazen.”

LUC: “Wat een mooi tafereel, Rik. Ik kom niet verder dan een plots afgebroken ontmoeting met Dave Bruylandts aan de vooravond van de start van de Waalse Pijl in 2003. Enkele uren later zou onze jongste dochter geboren worden.”

RIK: “Toen Godefroot in de feestzaal aankwam, was het eerste dat ik hem vroeg: ‘Hoeveelste is Erik Zabel vanmiddag geëindigd?’ Mijn schoonvader overleed tien jaar na dat feest, op een zondag. De zondag van de Brabantse Pijl die gewonnen werd door Luca Paolini.”

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief