Wij gebruiken cookies
Cafétourmalet
leesvoer

Tournee generale in de Tourmalet!

De ene col is de andere niet...

In de expo Heeren Vertrekt kan elke bezoeker een pint pakken in café Sportclub, met de Teletijdmachine getransplanteerd van de Kortrijkstraat in Tielt naar de Sint-Pietersabdij in Gent. Sportclub werd jarenlang uitgebaat door Roger Decock. Net als de meeste van onze ex-Tourwinnaars belandde hij achter de toog van een café. Maar ook mindere namen tapten hun pintje mee.

Tekst: Rik Van Puymbroeck

Foto's: KOERS. Museum van de Wielersport.

Vergeet de wielergeschiedenis. Zet u, drink iets en luister. Het is allemaal gelogen. Echt allemaal. De Tourmalet ligt immers helemaal niet in Frankrijk. De Tourmalet ligt in Gistel. Voilà. De Aubisque? In Izegem. Parijs-Roubaix is een rondje in Boutersem. De Ballon d’Alsace lag in Menen en Helsinki is nu misschien de hoofdstad van Finland. Maar ooit lag het in Ieper.

Blijf zitten. Drink nog iets. De waard vraagt het zelf: “Wat wilde gijlie drinken, jongens?” Hij heet Roland Liboton en zijn café gewoon Café R. Liboton. Zoals café Don Fredo in Wondelgem, café Theo Middelkamp in Kieldrecht, café Vannitsen in Jeuk, Noël Vanclooster in Meulebeke en Brasserie Georges Ronsse in Antwerpen.

De lijst is lang, de namen prachtig, maar dit wordt een verhaal met meer verleden tijd dan heden. Want alles is anders. En natuurlijk, beste sportliefhebber, het was maar een grapje. Natuurlijk liggen die bergen en bulten in Frankrijk en natuurlijk waren Roland Liboton, Theo Middelkamp en Georges Ronsse wielrenners. Coureurs, zoals we dat schoner schrijven. Renners met bijna even veel zegebloemen als dromen. Maar ook kleinere goden, goede renners, jawel, toch soms waterdragers die pintentappers werden. Soms voor even. Soms voor het leven.

De quote van Roland Liboton – ‘Wat wilde gijlie drinken, jongens?’ – is terug te vinden op YouTube. Het is een avond in 1992 en achter de rug van Michel Wuyts stapt de cameraman van Sportweekend voor de rubriek TV Filet Café R. Liboton in Rillaar binnen. De vijfvoudige wereldkampioen veldrijden is, op dat moment met zijn vriendin Ruth, cafébaas geworden. Dat zat in zijn hoofd zegt hij: ‘Als ik stop met mijn carrière, wil ik een beetje tussen de mensen blijven en plezier maken en zo. Plots kwam dit uit en ik heb zeker niet geaarzeld.’ Je ziet hem een schotelvod hanteren. Tafelvoetbal spelen. Een getapte Hoegaarden naar een klant brengen. Hij zegt: ‘Ik had zeker nooit gedacht dat het zo zwaar was. Het is ongelooflijk. Bij manier van spreken had ik het zeker beter als ik koers reed.’ Even later zingt Mama’s Jasje Hij Verdween zonder Verhaal. Helemaal klopt dat natuurlijk niet, maar Liboton heeft geen afscheid genomen zoals Sven Nys dat jaren later zou doen, met twee gevulde Sportpaleizen. Dat wilde hij niet. Hij noemt Jef Lieckens die ook met stille trom uit de sport is verdwenen en dat wilde Liboton ook. In het café discussiëren rokende mannen over zijn carrière. Er hangt een foto van de renner tussen affiches die een bieravond aankondigen.

27 jaar later is café R. Liboton al lang dicht. De job was te zwaar en Roland zelf ook. In een interview uit 1994 met Het Belang van Limburg lees je: ‘15 kilo zijn erbij gekomen sinds ik mijn café openhoud. De schuld ligt bij de cola. Eerlijk, ik ben er een tijdje aan verslaafd geweest. Een bak kleine flesjes per dag was niks. Nu drink ik alleen nog Spa bruis en ik ben 5 kilo kwijt.’

Foto6

Au Maillot Jaune


De bibliotheek van KOERS gaat open, het is een goudmijntje. Eerst pagina 17 van nummer 7 van Etappe, het eigen magazine van het museum, waarin een tijdreis naar vergane wielercafés in de Brusselse Noordwijk wordt ondernomen. Eerste stop is Au Maillot Jaune/In De Gele Trui. Het café van Romain Maes, Tourwinnaar van 1935, is meer dan een café. Romain, die in zijn carrière maar dik tien wedstrijden won, verhuurt ook kamers en geeft zijn gasten te eten. ‘Rumsteck met sla en fritten’ kost 40 frank. ‘American gegarnierd’ (ook met ‘sla en fritten’ natuurlijk) heb je voor 45 frank, dezelfde prijs voor een ‘1/2 kieken’. Wie soep wil, betaalt 5 frank meer, voor een nagerecht 10 frank. De slogan op de – natuurlijk gele én gehandtekende – spijskaart is fantastisch: ‘Drinkt u graag een goede Maes? Komt dan maar bij Romain Maes!’ Eerder al had hij een kroeg gehad in Gistel, café Parijs-Brussel, een beetje een pijnlijk verhaal. Die koers had Romain in 1938 op zak, tot hij een ronde te vroeg stopte op de wielerpiste waar de aankomst lag. Marcel Kint won uiteindelijk. Misschien bracht dat café Romain, afkomstig uit Zerkegem, geen geluk. Het duurde ook maar twee jaar. Toen trok hij naar Brussel. Pas toen in de jaren 60 de hele wijk onteigend en platgegooid werd, kwam aan dat verhaal een einde.

Een jaar na Romain, in 1936, wint Sylvère Maes de Tour. Of Sylveer, dat mag ook, hij is geboren in Zevekote, vlakbij Gistel. In 1939 wint hij nog eens. En blijkbaar kon Sylvère goed wat Maurice Blomme wat minder goed kon. Nog in het jaar van zijn eerste Tourzege opende Maes in Gistel een café, De Tourmalet. Op die col was hij als eerste bovengekomen, hij had er de basis gelegd voor zijn eerste Tourzege en van de col in de Pyreneeën naar een col op de schuimende pint was voor Sylvère blijkbaar geen moeite.

Café Tourmalet was een prachtig gebouw en met een pofbroek die nog net de geruite kousen van de tweevoudige Tourwinnaar toont, poseerde Sylvère op een gekartelde zwart-wit foto voor zijn etablissement. Ook hier zijn handtekening: ‘Maes Syl’, met vulpen en een lange lijn eronder.

De hele reportage lees je in Bahamontes 29 - Heeren, vertrekt!

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief