Vergeet de wielergeschiedenis. Zet u, drink iets en luister. Het is allemaal gelogen. Echt allemaal. De Tourmalet ligt immers helemaal niet in Frankrijk. De Tourmalet ligt in Gistel. Voilà. De Aubisque? In Izegem. Parijs-Roubaix is een rondje in Boutersem. De Ballon d’Alsace lag in Menen en Helsinki is nu misschien de hoofdstad van Finland. Maar ooit lag het in Ieper.
Blijf zitten. Drink nog iets. De waard vraagt het zelf: “Wat wilde gijlie drinken, jongens?” Hij heet Roland Liboton en zijn café gewoon Café R. Liboton. Zoals café Don Fredo in Wondelgem, café Theo Middelkamp in Kieldrecht, café Vannitsen in Jeuk, Noël Vanclooster in Meulebeke en Brasserie Georges Ronsse in Antwerpen.
De lijst is lang, de namen prachtig, maar dit wordt een verhaal met meer verleden tijd dan heden. Want alles is anders. En natuurlijk, beste sportliefhebber, het was maar een grapje. Natuurlijk liggen die bergen en bulten in Frankrijk en natuurlijk waren Roland Liboton, Theo Middelkamp en Georges Ronsse wielrenners. Coureurs, zoals we dat schoner schrijven. Renners met bijna even veel zegebloemen als dromen. Maar ook kleinere goden, goede renners, jawel, toch soms waterdragers die pintentappers werden. Soms voor even. Soms voor het leven.
De quote van Roland Liboton – ‘Wat wilde gijlie drinken, jongens?’ – is terug te vinden op YouTube. Het is een avond in 1992 en achter de rug van Michel Wuyts stapt de cameraman van Sportweekend voor de rubriek TV Filet Café R. Liboton in Rillaar binnen. De vijfvoudige wereldkampioen veldrijden is, op dat moment met zijn vriendin Ruth, cafébaas geworden. Dat zat in zijn hoofd zegt hij: ‘Als ik stop met mijn carrière, wil ik een beetje tussen de mensen blijven en plezier maken en zo. Plots kwam dit uit en ik heb zeker niet geaarzeld.’ Je ziet hem een schotelvod hanteren. Tafelvoetbal spelen. Een getapte Hoegaarden naar een klant brengen. Hij zegt: ‘Ik had zeker nooit gedacht dat het zo zwaar was. Het is ongelooflijk. Bij manier van spreken had ik het zeker beter als ik koers reed.’ Even later zingt Mama’s Jasje Hij Verdween zonder Verhaal. Helemaal klopt dat natuurlijk niet, maar Liboton heeft geen afscheid genomen zoals Sven Nys dat jaren later zou doen, met twee gevulde Sportpaleizen. Dat wilde hij niet. Hij noemt Jef Lieckens die ook met stille trom uit de sport is verdwenen en dat wilde Liboton ook. In het café discussiëren rokende mannen over zijn carrière. Er hangt een foto van de renner tussen affiches die een bieravond aankondigen.
27 jaar later is café R. Liboton al lang dicht. De job was te zwaar en Roland zelf ook. In een interview uit 1994 met Het Belang van Limburg lees je: ‘15 kilo zijn erbij gekomen sinds ik mijn café openhoud. De schuld ligt bij de cola. Eerlijk, ik ben er een tijdje aan verslaafd geweest. Een bak kleine flesjes per dag was niks. Nu drink ik alleen nog Spa bruis en ik ben 5 kilo kwijt.’