Wij gebruiken cookies
Walter Planckaert 5 kopie
leesvoer

Walter Planckaert

De Wonderjaren van een boerenpaard

Moeder Gusta, de mater familias van het legendarische Planckaert-geslacht, vergeleek het wielertalent van haar drie zonen met paarden. ‘Willy is een raspaard, Eddy een koerspaard en Walter een boerenpaard’, zei ze. Werkpaard Walter had minder talent dan zijn broers, al bleek dat uiteindelijk maar een halve waarheid. De ‘knecht’ onder de Planckaerts reed een indrukwekkend palmares van 86 profzeges bij elkaar, met als kers op de taart een monument in het boerenjaar 1976.

Tekst: Jeroen Denaeghel Foto's: Jelle Vermeersch

Kerrebroek in Nevele, lokaal ook bekend als de Planckaertstraat. Met vier wonen ze er: Walter, broer Willy, zus Vera en neef Jo. “Mijn zus woont hiernaast in het ouderlijk huis”, zegt Walter (75), terwijl we in zijn piekfijn onderhouden tuin wandelen. “Mij doe je geen plezier met een appartement aan de kust of een citytrip naar Rome. Hier thuis, in mijnen hof, ben ik het gelukkigst.” Hij wijst naar een nestkastje. “Ik heb het gat met aluminium moeten versterken, een grote bonte specht pikte het kapot. Ik kijk graag naar vogels. Achteraan de tuin staat een afgestorven beuk. Ik leg hem bewust niet neer, er huist een zwarte specht in. En we hebben ook een ransuil zitten. Maar mijn echte passie zijn oldtimers. Heb je die VW-kever cabrio gezien in mijn garage? Die is pico bello gerestaureerd, mijn chassis blinkt even erg als mijn carrosserie – uren heb ik aan dat beestje gesleuteld. Alle stukken zijn origineel, geen plastieken namaakbrol. Restaureren van oldtimers, dat wordt mijn bezigheid tijdens mijn pensioen.” Het pensioen. Walter schuifelt wat ongemakkelijk op zijn stoel als ik erover begin. “Ik ging normaal dit jaar uitzwaaien op de piste van Roubaix, een dag na mijn 75ste verjaardag, maar ik heb toch beslist om ermee door te gaan. Ik kan geen afscheid nemen van de mensen in de ploeg. ‘Als jij vertrekt, stoppen we ook’, zeggen ze. Zo’n vaart zal het wel niet lopen, maar dat raakt me… Ach, uiteindelijk beslist de baas, Christophe Sercu. Als hij me niet meer nodig heeft, het zij zo. Maar ik doe het graag en ik kan het nog aan.”

Al 38 jaar is Walter sportdirecteur en sinds 2005 ontfermt hij zich over de opleidingsploeg van Topsport Vlaanderen. Dat deze kweekvijver al enorm rendeerde is niet te ontkennen. Jelle Vanendert, Sep Vanmarcke, Oliver Naesen, Thomas De Gendt, Yves Lampaert, Jan Bakelants, Quinten Hermans, Jelle Wallays… het zijn maar enkele van de wielerzonen die Walter uitstuurde. “Ik heb met ons team zeker 30 topcoureurs afgeleverd. Sommigen hebben hun carrière aan mij te danken. Als ik Tom Van Asbroeck of Edward Theuns niet had opgemerkt, dan waren ze nu geen renner. Niemand had interesse in hen. En naast gasten die koersen wonnen, leverden we ook topknechten af: Tim Declercq, Iljo Keisse, Maarten Wynants, Pieter Serry. Het grootste talent dat ik onder mijn hoede had was Sep Vanmarcke. Ik herinner me nog steeds die Gent-Wevelgem van 2010, toen hij in de laatste kilometer wegsprong maar plots krampen kreeg. Hij was toen nog maar 21 jaar en had in plaats van Bernhard Eisel die klassieker moeten winnen. Ik zet Vanmarcke net boven Yves Lampaert, zelden zag ik iemand met een grotere motor dan Yves.”

Walter Planckaert 4 kopie

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief