Dit verhaal kan alleen in 1977 beginnen. Bij die beroemde opening van dat beroemde boek. Al duizend keer geciteerd en dit is dus keer duizend en één. Voor ons ligt de dertiende druk uit 1994 van De Renner, een nu vergeelde uitgave van Ooievaar Pockethouse. We zijn op bladzijde 5. ‘Meyrueis, Lozère, 26 juni 1977. Warm, bewolkt weer. Ik pak mijn spullen uit mijn auto en zet mijn fiets in elkaar. Vanaf terrasjes kijken toeristen en inwoners toe. Nietwielrenners. De leegheid van die levens schokt me.’
Niet verder lezen is onmogelijk. Maar misschien heeft u het boek nog niet en dus gaan we nog een pagina verder. Pagina 6. In de derde alinea staat dit: ‘De Ronde van de Mont Aigoual gaat over 137 kilometer, twee verschillende lussen door Meyrueis. De Mont Aigoual is de hoogste berg van de Cevennen, 1567 meter. Hij zit in de tweede lus. Die kant op is de lucht grijs. De laatste afdaling naar Meyrueis voert over de Col de Perjuret die op 10 juli 1960 beroemd is gemaakt door Roger Rivière.’
In de vierde alinea staat dit. ‘De Ronde van de Mont Aigoual is de mooiste en zwaarste koers van het seizoen.’
De volgende 124 bladzijden moet u zelf lezen. Maar wacht nog even.