Wij gebruiken cookies
Quickstep Binck Bank Tour Dscf3527 Selectie
leesvoer

Joop Zoetemelk

De oudste wereldkampioen ooit

Wie aan Joop Zoetemelk (71) denkt, denkt bijna automatisch aan de Tour de France. Aan zijn zes tweede plaatsen, zijn bijnaam ‘De Wieltjeszuiger’, maar vooral, aan die ene zege in 1980. Dat de beste Nederlandse renner aller tijden ook wereldkampioen werd op zijn 38ste lijkt verloren te zijn gegaan in de plooien van de wielergeschiedenis. Wij streken die plooien glad.

Tekst: Jonas Heyerick - Foto’s: Sigfrid Eggers

“Heb je nu nog niet genoeg?”

Joop Zoetemelk kijkt me verbaasd aan als ik hem voorstel het interview in de tuin verder te zetten. Hij heeft ons zonet een rondleiding gegeven in zijn privémuseum, een kamertje onder het schuine dak boven zijn garage. Daarvoor hadden we dik anderhalf uur gepraat en dat leek Joop wel genoeg. Ik had niks anders verwacht, want je hoort het vaak: Joop is geen grote prater, geen man van grote woorden of lange volzinnen. De meest genoteerde uitspraak van Zoetemelk tijdens zijn carrière was naar verluidt: ‘Pffffft’. En toch…

Anderhalf uur eerder. Joop verwelkomt ons in zijn huis aan de rand van zijn bos van 10 hectare in Germigny-l’Evêque, een charmant dorpje op een half uur rijden van Parijs. Dany, zijn vriendin, is met de twee kleinkinderen naar de cinema en we installeren ons in de tuin. We gaan meteen terug in de tijd, naar 1 september 1985, de dag dat Joop in het Italiaanse Giavera del Montello geschiedenis schreef door op zijn 38ste compleet onverwacht wereldkampioen te worden.

“Ik ging niet naar het WK met de bedoeling een rol van betekenis te spelen. Ik was geselecteerd door de Nederlandse bond en dus ging ik.”

Niet dat Zoetemelk zijn selectie niet had verdiend. Hij won dat voorjaar Tirreno-Adriatico en kort voor het WK nog Veenendaal-Veenendaal. Maar de speerpunten in de Oranjeselectie waren Johan van der Velde en Adrie van der Poel. “Vooraf had de bondscoach gezegd: ‘Laat Joop maar doen, die weet wat zijn werk is. Als hij iets voor de jongens kan doen, zal hij het niet laten, en als het anders loopt, trekt hij zijn plan.’ En jawel, het liep anders.” Joop lacht alsof hij het nog steeds niet kan geloven. De man uit Rijpwetering werd wereldkampioen. “Het zag er nochtans even niet goed uit. Ik viel, samen met Saronni. Schaafwonden, een kapotte broek. Ik raakte met veel moeite weer vooraan, Saronni gaf op. Maar ik herstelde goed en op het eind raakte ik voorop met een elitegroep waaronder dé favoriet: Moreno Argentin. Wij Nederlanders waren met drie. Johan van der Velde, Gerard Veldschoten en ik. In de afdaling na de laatste klim rekenden we de ontsnapte Stephen Roche in en op dat moment viel het stil. Ik dacht: ‘Nu!’ Ik reed aan de andere kant van de weg langs hen heen, zonder te demarreren. Ik keek achterom en had eerst 10, dan 15 meter. Corti, de laatst overgebleven Italiaan in dienst van Argentin, gaf alles achter mij. Hij kwam tot op 5 meter, maar kreeg het gat niet dicht. Hij viel stil, ik reed door. In de verte zag ik de vod hangen. Ik denk niet dat ik ooit een snellere kilometer heb gereden dan toen.”

Kijk terug naar de beelden en je ziet het ongeloof branden in Zoetemelks ogen tijdens die laatste honderden meters. “Ik dacht: ‘Wereldkampioen? Ik? Dat ken toch niet?’ Er waren nog geen oortjes en ik dacht dat er nog renners voor mij uit reden. Pas 150 meter voor de meet durfde ik naar het publiek te kijken. Ik zag ze juichen en applaudisseren. Toen besefte ik: ik lig op kop, ik word wereldkampioen.” Joop mijmert met plezier verder. “Het loopt soms vreemd. Er zijn veel WK’s geweest waarin ik als favoriet aan de start stond, maar verder dan een vierde plek kwam ik nooit. Geen enkele keer podium, terwijl ik toch net dé man van de podiums was. Net wanneer niemand het nog verwachtte, ikzelf zeker niet, lukte het dan toch.”

Quickstep Binck Bank Tour Dscf0334 Selectie

Rijden bij Raas

Zoetemelk werd die dag de oudste wereldkampioen aller tijden. En dat is hij nog steeds. Maar dat zegt hem niet veel. “Records zijn er om te sneuvelen. Jarenlang zeiden ze dat mijn record van zestien Tour-deelnames eeuwig zou standhouden. Chavanel reed deze zomer zijn achttiende Tour uit.” Ook dat andere, héél straffe record van 365 gereden Touretappes is Zoetemelk dit jaar kwijtgespeeld aan Sylvain ‘La Machine’. Eén Tourrecord heeft Jopie wel nog achter zijn naam, gedeeld met George Hincapie en Chavanel: dat van 16 ‘uitgereden’ Tours. Zoetemelk is wel de enige van het trio die alle Tours waarin hij startte ook uitreed. “Maar ik maak me geen illusies: vroeg of laat wordt ook dat record verpulverd, net zoals er wel eens een 40-jarige wereldkampioen zal worden.”

Joop bleef zelf koersen tot zijn 40ste, terwijl hij al aan stoppen dacht op het einde van het seizoen waarin hij wereldkampioen werd. “Maar ik kon het toch niet maken om te stoppen met de regenboogtrui rond mijn schouders?” zegt hij. “Dan was die prachtige trui een heel seizoen lang niet te zien geweest.” En dus bleef Zoetemelk nog een jaar langer bij Kwantum, onder de vleugels van ploegleider Jan Raas. Die was zes jaar jonger dan Zoetemelk en ze hadden nog twee jaar samen gereden bij Raleigh. Dat Zoetemelk bij Raas terechtkwam, was destijds een verrassing. “Ik reed voor Mercier, een Franse ploeg waar ik goed mijn boterham verdiende. Maar in 1983 kregen we andere ploegleiders, en een sponsor waar het niet mee klikte. Ik was aan het onderhandelen met een Franse en een Spaanse ploeg toen ik Raas bij toeval tegenkwam. ‘Heb je al wat voor volgend jaar?’ vroeg hij. ‘Ik ben een ploeg aan het opstarten en zou je er wel bij willen.’ Nou, met die Spaanse en Franse ploeg werd het niks en dus belde ik Jan. Die was meteen enthousiast. ‘Weet je wat: we zeggen niemand iets, en op de ploegvoorstelling halen we jou er helemaal op het eind als verrassing bij.’ Mijn transfer sloeg in als een bom.”

In die tijd was er nog geen sprake van managers of makelaars. Joop regelde zijn zaken zelf. “Raas berekende hoeveel ik volgens hem waard was en vervolgens had ik de keuze: tekenen of niet. Nou, ik vond dat hij mijn waarde goed had ingeschat, ook al had ik bij die Franse of Spaanse ploeg veel meer kunnen verdienen. Maar in het leven draait het niet enkel om geld, ik wilde vooral rijden voor een ploeg waar ik me thuis voelde.”

(Lees het hele interview in Bahamontes 23 - Goudkoorts.)

Abonneren?

Vanaf nu geen enkel Bahamontes-nummer meer missen? Word abonnee!

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief