Zo te zien zit het wel goed met
de vorm van Egan Bernal,
net 23 geworden. De
winnaar van de laatste Tour de France is zojuist begonnen aan de klim van 21 kilometer vanuit het stadje Pacho, gelegen op een hoogte van 1900 meter, naar ijlere regionen, waar de páramo begint. Dat is het alpiene milieu van de Andes, zompig veen en grasland op ruim 3000 meter. De jonge Colombiaan, gehuld in het oranje trainingstricot van zijn ploeg Ineos, legt er in zijn elegante stijl meteen de pees op, de armen licht gebogen, de handen in de beugels, de bips voor op het zadel, de rug vrijwel vlak. Het kluitje trainings maatjes heeft meteen moeite om het wiel te houden. De weg slingert omhoog, langs een enkel fruitstalletje, fincas tussen bescheiden akkertjes, bananen bomen en eucalyptus. Hier schijnt de zon nog, maar de toppen verderop gaan schuil in hardnekkige mist.
Dit jaar hoopt Egan Bernal met een tweede achtereenvolgende Tourzege te bevestigen dat hij de allerbeste ronderenner ter wereld is. Aan de andere kant van de klim ligt op 2600 meter hoogte zijn geboorteplaats Zipaquirá, een levendig stadje met veel roodblauwe veranda’s op een drukke hoogvlakte die zich uitstrekt tot Bogotá. Daar weten de bewoners het zeker: Bernal is gemotiveerder dan ooit om zijn status te behouden. Hij doet het voor zijn familie, voor zijn stad, ja, voor de natie. Hij gaf de Colombianen de hoop dat er licht gloort na de duisternis van de gewelddadige drugskartels en de uitzichtloze guerrilla van de zogehe ten revolutionaire strijdkrachten, de FARC. Zijn zege drong ook een handvol recente dopingaffaires in eigen land naar de achtergrond.
Ze zijn in Zipaquirá zo zeker van
hun zaak omdat zelfs de naasten van
Bernal nauwelijks contact met hem heb
ben. Zijn eerste trainer, Fabio Rodríguez,
die Bernal nog op het podium haalde
tijdens de Tourhuldiging op de Plaza de los Comuneros, laat hem na enkele
pogingen met rust. Pablo Mazuera, de
manager van het mountainbiketeam
waar Bernal voor reed tot hij in 2016 naar
Italië vertrok, laat zijn telefoon zien: een
serie berichten waar nooit antwoord op
kwam. Pablo ontmoette Egan pas nog bij toeval in een groot winkelcentrum.
Ze spraken elkaar vijf minuten. “Hij zei: ‘Sorry, sorry, ik train, ik wil geen
afleiding, niks.’ Ik zei: ‘Je bent niet te
bereiken.’ Hij antwoordde: ‘Ja, dat zei
mijn moeder ook.’”