6 juni 2019, Saint Léonard de
Noblat. “Welke Fransman maakt dit jaar
kans om de Tour te winnen?” Het was de laatste vraag die ik aan Raymond
Poulidor stelde. “Julian Alaphilippe”, zei
Poupou, waarna ik stomverbaasd achter
bleef en hij me voor eeuwig uitzwaaide.
Een goksite had Alaphilippe 1 tegen 200
genoteerd. Niemand gaf een cent om
zijn kansen, maar Poulidor wel. Een raad
van een kampioen sla je niet in de wind.
Ik zette 3 euro in.
I - Proloog
II - Champagne in de Campanile
Een maand later. De Tour is twee dagen oud en bij DeceuninckQuick Step worden ze zenuwachtig. Geel pak ken met Elia Viviani in de openingsrit is mislukt. The Wolfpack greep ook naast de ploegentijdrit. Maar plan C ligt nog in de schuif: Julian Alaphilippe moet de derde etappe naar Épernay winnen, het liefst met voldoende bonus om de leiderstrui te pakken. Hij moet een halve minuut goedmaken en ziet het zitten.
PHILIP JANSEN (PLOEGDOKTER) Na elke etappe laat ik de renners met een cijfer op 10 zeggen hoe goed ze zich voe len. Niet eenvoudig bij Julian. “26 op 10”, zegt hij dan bijvoorbeeld. (lacht) Nu zei hij: “50 op 10.” Ik wist dat hij goed zat.
D R I E S D E V E N Y N S ( K A M E R G E N O O T ) Een week eerder hadden we de etappe verkend. Het parcours, met veel bochten en een paar stevige klimmetjes in de finale, stond Julian aan. De avond voor de etappe was hij om halftwaalf nog aan het piekeren. “Waar moet ik demarreren?” vroeg hij. “Als je op de slotklim wacht, riskeer je Sagan en Matthews er niet af te krijgen, ik zou vroeger aangaan”, zei ik.
Alaphilippe luistert naar zijn kamergenoot. Op de voorlaatste klim, de steile Côte de Mutigny, gaat hij achter Tim Wellens aan. Op de top laat hij ieder een achter en soleert indrukwekkend naar de ritzege en de gele trui.
P AT R I C K L E F E V E R E ( M A N A G E R ) 15 kilometer een jagend peloton voorblijven, dat kunnen er niet veel.
D E V E N Y N S Omdat we die finale zo goed hadden verkend, sneed hij de bochten feilloos aan. Ons plannetje klopte perfect. Julian was zo gelukkig, hij droomde van die gele trui. Er vloeiden tranen. Die zege blijft mijn mooiste Tourmoment.
SIGFRID EGGERS (TEAMFOTOGRAAF) Ik kon het moment vastleggen toen hij met zijn gele trui in zijn kamer aankwam. De ploeg was door ASO in een aftandse Campanile gehuisvest. Niet meteen dé locatie voor de eerste Fransman in jaren in het geel. Het was een onwezenlijk beeld: Julian met zijn gegeerde trofee, alleen op dat bed van een schamel hotelkamertje.
D E V E N Y N S Eigenlijk was de Tour al geslaagd. Etappewinst en geel, daar zouden we op voorhand voor getekend hebben. Wisten wij veel dat alles nog moest beginnen.
III - Verlies in de Vogezen
De zesde etappe met aankomst op La Planche des Belles Filles is gesneden koek voor Alaphilippe. Hij demonstreert op de Vogezencol, maar kan de vroege vluchters niet terugpakken. Een van hen, Giulio Ciccone, hijst zich in de gele trui. Zes seconden komt Alaphilippe tekort en dat frustreert hem. Na de finish uit hij gesticulerend zijn ongenoegen tegen een verzorger.
D E V E N Y N S Hij vond dat we de vluchters te ver hadden laten wegrijden.
T O M S T E E L S ( P L O E G L E I D E R ) De andere ploegen gaven niet thuis. Op een vlak tussenstuk hebben we nog gas gegeven, maar een sanitaire stop was de doodsteek. Bovendien kregen we niet altijd de juiste tijdsverschillen door. “Is het geel veilig?” vroeg Julian meermaals. We wisten dat het nipt zou worden, maar wilden niet dat hij op La Planche te snel zou aanvallen. Dan riskeerde hij zich op te blazen en minuten te verliezen. Natuurlijk was de ontgoocheling enorm.
E G G E R S Ik denk dat hij ook een beetje kwaad was op zichzelf. Hij had het steile grindpad van La Planche niet tot boven verkend. Door die gebrekkige parcourskennis, plafonneerde hij iets te vroeg, waardoor hij extra seconden verloor.